Zuid-Holland snakt naar woningen, maar gaat ze niet zelf bouwen
Om de woningnood aan te pakken heeft de provincie Zuid-Holland het oprichten van een eigen woningbedrijf onderzocht, maar volgens Gedeputeerde Staten kleven daar op dit moment te veel nadelen aan. Het college ziet meer in andere maatregelen om de woningbouw te versnellen. Zuid-Holland heeft met het Rijk afgesproken dat er tussen 2022 en 2030 ruim 235.000 huizen bijkomen.
Tijdens een commissievergadering aan het begin van dit jaar kwam de vraag of de provincie ook in eigen beheer onder meer sociale huurwoningen, starters- en leeftijdsbestendige woningen zou kunnen laten bouwen. GroenLinks-PvdA, BBB, VVD en CDA hebben in hun coalitieakkoord afgesproken dat ze mogelijkheden om „zelf te bouwen of eigen gronden in te zetten voor woningbouw” onderzoeken. De snelheid van bouwen moet sowieso omhoog, aldus de coalitie.
Het college heeft nu de voor- en nadelen van het opzetten van een eigen woningbedrijf op een rijtje gezet. Volgens Gedeputeerde Staten kost zoiets niet alleen veel geld, maar duurt het ook zeker een jaar tot de hele organisatie is opgezet. Zo moeten mensen met expertise worden aangetrokken en dat is gezien de krapte op de arbeidsmarkt „een uitdaging”, aldus de provincie.
„Het oprichten van een eigen woningbedrijf is een grote opgave die veel zal vergen van het ambtelijke apparaat”, staat in een brief aan Provinciale Staten, ter voorbereiding op een vergadering over woningbouw. „Het voordeel is dat de provincie een meer directe rol kan vervullen in de versnelling van woningen ten behoeve van de volkshuisvesting. Hier staat een aantal financiële, juridische en organisatorische uitdagingen tegenover die de oprichting in de praktijk verre van eenvoudig maakt.”
Het college ziet meer in de al bestaande maatregelen om woningbouw te versnellen, zoals via subsidies, en denkt er ook aan zelf grond te kopen om die vervolgens beschikbaar te stellen voor de bouw van sociale (huur)woningen.
Zuid-Holland gaf onlangs een kwartaalupdate over het aantal gebouwde huizen sinds 2021. Na een flinke toename eind vorig jaar is het aantal opgeleverde huizen dit jaar teruggezakt. „Deze dip is waarschijnlijk tijdelijk. Op basis van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen verwachten we dat het aantal gebouwde woningen over een paar jaren zal toenemen, met daarna mogelijk weer een teruggang.” Veel hangt volgens de provincie af van de beschikbaarheid van personeel en materialen in de bouw, de rentes en de kwesties rond stikstof en PFAS.