NSC moet klare wijn schenken over premierskandidaat en financiën
Nieuw Sociaal Contract (NSC), de partij van Pieter Omtzigt, loopt uit in de peilingen en zou de grootste partij worden als er vandaag verkiezingen zouden worden gehouden. Tot nu toe waren andere politieke partijen wat voorzichtig in de manier waarop ze hem benaderden; de afgelopen dagen kwam daar een kentering in: de toon werd feller, de kritiek scherper. Dat dat gebeurt, is niet verwonderlijk: de verkiezingsdag komt dichterbij en de stress bij lijsttrekkers neemt toe. Een steviger toon van campagne voeren hoort daarbij. Zolang de kritiek maar inhoudelijk en hoffelijk blijft, is daar niets op tegen.
De pijlen waren de afgelopen dagen vooral gericht op de onduidelijkheid die Omtzigt liet bestaan over de vraag of hij premier wil worden. En op het feit dat NSC het verkiezingsprogramma niet liet doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB). Die kritiek is begrijpelijk en terecht.
Tweede Kamerverkiezingen zijn geen premiersverkiezingen; iedereen die de stembusgang reduceert tot een keus wie de baas van het kabinet moet worden doet zichzelf tekort. Omtzigt zelf riep terecht op tot een inhoudelijke campagne. Die zou moeten gaan over ideeën, over voorstellen en over de inhoud van het verkiezingsprogramma. En inderdaad, wat zou het een verademing zijn als de campagne zich daarop richtte. Tegelijk: als een partij de grootste in de peilingen is en zelfs uitloopt, is de vraag van de kiezer wie de premierskandidaat is niet meer dan logisch. Weliswaar gaf Omtzigt donderdag in het tv-programma Op1 enige duidelijkheid toen hij aangaf het liefst in de Kamer te willen blijven. Maar ook daarmee blijft er nog genoeg te gissen over, zoals de vraag: Wie is in dat geval de NSC-kandidaat?
NSC is niet de enige partij die het programma vooraf niet voorlegt aan het CPB. In totaal zeven partijen –waaronder ook BBB, SP en PVV– zagen daar dit jaar van af. Een van hun argumenten is dat zij vraagtekens plaatsen bij de manier waarop de rekenmeester de programma’s onder de loep neemt. Die kritiek op de doorrekening is deels terecht. Immers, de wereld valt niet te reduceren tot economische modellen. En, partijen weten inmiddels te goed welke maatregelen nodig zijn om beter uit de bus te komen bij het CPB. Tegelijk, de kiezer heeft er baat bij te weten wat de economische haalbaarheid is van voorstellen uit het verkiezingsprogramma. In hoeverre komt de rekening bij het bedrijfsleven te liggen bijvoorbeeld, hoe gaan partijen om met stijgende zorgkosten, wat zijn de gevolgen voor eenverdieners?
VVD-lijsttrekker Dilan Yesilgöz had een punt toen ze Omtzigt verweet „een menukaart zonder prijs” te presenteren. De kiezer heeft er geen belang bij te stemmen op een partij waarvan na de verkiezingsdag blijkt dat de campagnevoorstellen onhaalbaar of onbetaalbaar zijn. De herinneringen aan de 1000 euro die Rutte ooit elke Nederlander beloofde, zijn niet voor niets nog levendig. Juist voor een partij als NSC die bestuurlijke degelijkheid zegt voor te staan zou streven naar financiële transparantie een kernwaarde moeten zijn.