Bontenbal: CDA had achteraf gezien niet in kabinet moeten gaan
Henri Bontenbal, de lijsttrekker van het CDA, vindt achteraf dat zijn partij „nooit aan dit kabinet had moeten beginnen”. Dat zei hij dinsdagmiddag tijdens een gesprek georganiseerd door de Universiteit Twente en de krant Tubantia in Enschede.
Hij reageerde ermee op een kritische vraag uit het publiek, die ging over de notitie ‘functie elders’ met betrekking tot voormalig CDA’er Pieter Omtzigt tijdens formatiebesprekingen in 2021, ChristenUnie-leider Gert Jan Segers die kort daarop zei niet meer met premier Mark Rutte in een kabinet te willen zitten en de houding van het CDA destijds. Het kwam tot een breuk tussen Omtzigt en het CDA. Uiteindelijk trad in januari 2022 toch Rutte-IV aan met VVD, D66, ChristenUnie en het CDA.
Bontenbal geeft toe dat het „makkelijk is om dit achteraf te zeggen” en dat hij destijds niet „in die schoenen stond”. Hij weet zeker dat zijn partij het besluit om in een coalitie te stappen „met goede intenties” nam, maar vindt dat met de kennis van nu geen goede beslissing.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 kreeg het CDA 15 zetels. Inmiddels schatten peilingbureaus dat de partij op 22 november, wanneer er weer verkiezingen zijn, uitkomt op 3 tot 5 zetels. Zelf is Bontenbal optimistischer, zo bleek tijdens het gesprek, want hij schatte desgevraagd in dat het CDA weer 15 zetels haalt. „In Twente begint de victorie”, grapte hij. NSC, VVD en GroenLinks-PvdA krijgen allemaal 24 zetels, denkt de CDA-leider.
Of het CDA gaat regeren of in de oppositie gaat, dat weet Bontenbal nog niet. „Dat hangt af van de uitslag. Wat we hier doen, is natuurlijk nattevingerwerk”, zei hij over zijn voorspelling. Wel is zeker dat hij geen minister wil worden. „Ik blijf in de Kamer. Een partijleider, zeker die van het CDA, moet niet in een kabinet gaan zitten”, zo stelde hij. Zijn voorganger Wopke Hoekstra nam wel zitting in het kabinet.