Van Dijk neemt dinsdag afscheid van NPV-Zorg voor leven. Sinds april 2018 gaf hij leiding aan de prolifeorganisatie. Na de verkiezingen op 22 november hoopt hij aan de slag te gaan als Tweede Kamerlid namens de SGP.

Hoe heeft u de periode bij de NPV ervaren?

„Als heel goed. De NPV is een uitgesproken christelijke organisatie, die helder is over haar identiteit. We proberen ook altijd een hoge professionele standaard te bewaken. Als we iets zeggen of schrijven, zorgen we dat het feitelijk correct is. Dat spreekt me aan.

Daardoor hebben we ook goede contacten met het ministerie van Volksgezondheid. Het ministerie vraagt ons geregeld om te reageren op medisch-ethische onderwerpen, zoals vaccinatie, embryonaal onderzoek en actieve levensbeëindiging bij kinderen. Het is best uniek dat een organisatie die zo duidelijk is over haar identiteit, zulke nauwe contacten met een ministerie heeft.”

Wat heeft de NPV de achterliggende jaren bereikt?

„Ik wil niet pochen, maar ik denk dat het mede aan onze organisatie te danken is dat abortus weer op de politieke en maatschappelijke agenda staat. Zo is D66-lijsttrekker Rob Jetten spreker bij het abortusdebat maandagavond in Utrecht. We hadden D66-Kamerlid Wieke Paulusma gevraagd. Hoewel zij beschikbaar was, kwam D66 zelf met het voorstel om de partijleider te laten spreken. Dat zegt veel. Een aantal jaren geleden was zoiets ondenkbaar. Partijen als D66 zagen de discussie rond abortus toen als een achterhoedegevecht en waren niet bereid om erover in debat te gaan.

De les die ik hieraan wil verbinden voor de NPV en voor christenen in zijn algemeenheid: blijf zaaien met je boodschap. Denk niet dat abortus een achterhoedegevecht is en dat er niets meer valt te bereiken.”

Heeft het wel zin om in debat te gaan met een partij die zo uitgesproken pro-choice is?

„Ja, wat mij betreft heeft dat zeker zin. We leven in een samenleving met zeer uiteenlopende opvattingen. Het is belangrijk dat we elkaar in de ogen blijven kijken. Dat voorkomt dat je elkaar helemaal kwijtraakt. We moeten ook nooit uitsluiten dat mensen anders gaan kijken naar het ongeboren leven door de zaadjes die je als christen zaait.”

Wat ziet u als de zorgelijkste ontwikkeling op medisch-ethisch gebied?

„De nieuwe hermeneutiek, de moderne manier van Bijbellezen, baart me in christelijk Nederland serieuze zorgen. Als je zegt dat we vandaag meer weten dan Paulus, maak je de Bijbel monddood. Dan valt ook de christelijke medische ethiek in duigen.

De gevolgen van de nieuwe manier van Bijbellezen merkten we het scherpst tijdens het schrijven van genderbrochures. Toen ontdekten we dat er tegenwoordig allerlei opvattingen bestaan over de scheppingsorde en over wat Paulus zegt over het huwelijk en seksualiteit. Christenen vragen zich af of die teksten voor vandaag de dag nog betekenis hebben.”

Abortus wordt steeds meer genormaliseerd. De verplichte beraadtermijn is afgeschaft en huisartsen mogen de abortuspil verstrekken. Bovendien klinkt steeds vaker de roep abortus tot mensenrecht te maken. Is het vechten tegen de bierkaai?

„Dat zijn zonder meer verdrietige dingen. De politiek en de media zijn zo ontzettend progressief.

Maar laten we moed houden. Tijdens straatinterviews merken we dat mensen beseffen dat er met abortus een leven is gemoeid en dat er daarom niets valt te vieren. Op straat klinkt een nuchterder en behoudender geluid dan in Den Haag.

Hoopgevend is ook dat opkomende partijen, zoals NSC en BBB, de regels rond abortus en euthanasie niet verder willen versoepelen. Dat is tegenwoordig al heel wat. Met deze partijen kun je als SGP praten. Ik hoop dat we van het drammerige, zoals bij D66, verlost zijn.”

Even heel iets anders: in coronatijd maakte u zich zorgen over het vertrek van een groot aantal vrijwilligers. Hoe is dat nu?

„In coronatijd zijn we bijna duizend vrijwilligers kwijtgeraakt. Maar na een wervingsactie hebben we er weer bijna duizend terug mogen krijgen. We verwonderen ons er enorm over hoeveel mensen vrijwilligerswerk willen doen voor de NPV, met als drijfveer van betekenis te willen zijn voor anderen.”

U krijgt straks zeer waarschijnlijk een zetel in de Tweede Kamer. Heeft u zin in de nieuwe functie?

„Absoluut. Ik vind het ook spannend, want het is een grote verantwoordelijkheid om de Bijbel op de juiste manier ter sprake te brengen in het publieke debat. Maar het is ook een groot voorrecht. De politiek is een boeiende wereld. Ik heb ook veel zin om samen te werken met Chris Stoffer, André Flach en mogelijk ook Nathanaël Middelkoop.”

Martijn Schot wordt de nieuwe interim-directeur van de NPV, maar hij wil u niet definitief opvolgen. Kunnen mensen al solliciteren op de vacature?

„We zijn nu bezig met het opstellen van een profiel voor mijn opvolger. Daarna plaatsen we een advertentie, waarop iedereen kan reageren. Ik hoop van harte dat er iemand komt die de klassiek-christelijke visie op de medische ethiek is toegedaan en in staat is een brede achterban te verbinden.”

Hebben jullie Kees van der Staaij, die straks vertrekt bij de SGP, al gevraagd?

Lachend: „Nee. Het staat iedereen vrij om te solliciteren, ook Kees. Maar we gaan een open sollicitatie opstellen. Gelijke monniken, gelijke kappen.”

Welke boodschap zou u uw opvolger willen meegeven?

„Wees zuinig op de klassiek-christelijke visie op de medische ethiek. Daarmee hebben we goud in handen, met de Bijbel als kompas. Schaam je niet voor je overtuiging. Halfslachtigheid is funest. De wereld wijst je niet zomaar af als je een heldere visie hebt. We hebben het beste verhaal dat denkbaar is.”