Recensie: Hommage aan Herman van Vliet
Vijf jaar na het overlijden van Herman van Vliet (1941-2018) verscheen een alleraardigst boekje over deze organist. Daarin wordt hij gekenschetst als een bescheiden, aimabel mens. Het gaat in het herdenkingsbundeltje over de betekenis van Van Vliet als organist, uitgever en schatbewaarder – een triptiek.
Volgens Koos van Noppen zal Van Vliets naam verbonden blijven aan een van de grootste orgel- muziekbibliotheken die ooit zijn opgebouwd. Dr. Frits Zwart noemt hem een „collectionneur exceptionnel”, met een verzameling van 13.000 banden bladmuziek. Een immense verzameling. Nieuwsgierigheid en de zoektocht naar bijzonder repertoire voor zijn concertpraktijk en voor de uitgaven van Festivo (lp’s en cd’s) waren voor de organist de belangrijkste drijfveren voor zijn verzameling.
Hij had zijn hart verpand aan de Frans-romantische orgelmuziek van onder anderen Widor en Guilmant. In 1983 en 1987 voerde hij de tien orgelsymfonieën van Widor integraal uit op grote Nederlandse orgels, de ”Widoriade”. Deze concertcyclus werd afgesloten met een reeks cd-opnames op Franse Cavaillé-Coll-orgels.
Van Vliet had de nodige contacten met Franse organisten. De blinde Jean-Pierre Leguay, tot 2015 organist van de Notre-Dame te Parijs, beschrijft hem als toegewijd, consciëntieus en fijnzinnig. Volgens hem was Van Vliet niet echt gecharmeerd van hedendaagse muziek, „tenzij in homeopathische hoeveelheden”. Tegen Frits Zwart zei Van Vliet ooit dat hij zich geen echte Bachspeler voelde. Bij de inzichten van de oudemuziekpraktijk voelde hij zich niet thuis. Louis Robilliard, hoofdorganist van de Église Saint-François-de-Sales te Lyon, beschrijft de contacten met Van Vliet bij opnamesessies als dagen van intensieve samenwerking. Zijn „onnadrukkelijke aanwezigheid werkte als een stimulans”.
Volgens drs. Harmen Trimp legde Van Vliet niet-aflatende inspanningen aan de dag om de muziek van zijn leermeester Feike Asma te promoten, bijvoorbeeld tijdens Feike Asmadag op 22 augustus 1992, waar hij in de lutherse kerk in Den Haag in tien concerten het hele oeuvre van Asma uitvoerde. „Een monsterproject.” Van Vliet kan gezien worden als een belangrijke representant van de Nederlandse orgelistenschool die Jan Zwart schetste, schrijft Trimp. Volgens oud-leerling Evan Bogerd is Van Vliet als uitvoerend musicus echter te veel in de groef van Asma blijven hangen.
Dr. Hans Fidom analyseert hoe Van Vliet Bachs noten bij het lied ”Komm süsser Tod” (BWV 478) in de versie van de Amerikaan Virgil Fox vormgeeft qua dynamiek, tempo, articulatie, frasering en registratie.
André van Vliet (geen familie) betitelt zijn leermeester als „superverstrooid”, maar „hij kon wel toveren met elk instrument”. En: „Voor puriteinen was hij niet serieus genoeg en voor de populairen was hij niet populair genoeg.”
Herman van Vliet – Triptiek over zijn betekenis als organist, uitgever, schatbewaarder, Hans Fidom e.a.; uitg. Musiscript; 106 blz.; € 19,95; bestellen: musiscript.nl