Provincies hebben deze zomer in opdracht van het Rijk conceptplannen aangeleverd voor de herindeling van het landschap buiten de steden, met onder meer als doel om de staat van de natuur te verbeteren. Provincies zeggen in veel gevallen daar miljarden euro’s voor nodig te hebben. Sommige provincies vroegen - in afwachting van een beoordeling van hun plannen door het ministerie - alvast om een startbedrag, zodat al met een deel van de plannen kan worden begonnen. Zo wilde Overijssel 436 miljoen euro, Zeeland vroeg om 67 miljoen en Gelderland om 43 miljoen.

Vooralsnog komt dat geld er niet, liet het ministerie deze week weten in de reacties die het naar de provincies heeft gestuurd op hun conceptversie van het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). „Onder voorbehoud van een nader positief advies vanuit kennisinstellingen komen middelen op zijn vroegst in maart 2024 beschikbaar”, meldt Limburg. De provincie vreest dat „de positieve energie” bij de betrokken organisaties verdwijnt, door „de blijvende onzekerheid vanuit het Rijk”.

Ook Overijssel en Gelderland hebben te horen gekregen dat volgend jaar meer informatie moet worden verstrekt, waarna het geld mogelijk alsnog vrijkomt. Zuid-Holland, dat geen voorschot heeft aangevraagd, zegt 9 miljard euro nodig te hebben voor de uitvoering van het PPLG. Een concrete onderbouwing van dit bedrag ontbreekt echter, staat in de reactie van het ministerie.

In totaal vroegen de twaalf provincies ruim 58 miljard euro. Stikstofminister Christianne van der Wal heeft eerder al gezegd dat ze niet meer geld vrijmaakt dan het eerder bepaalde bedrag van 24,3 miljard euro. Omdat de Eerste Kamer het opzetten van dit stikstoffonds controversieel heeft verklaard, kan het fonds pas worden opgezet als er een nieuw kabinet is.

Wat ook voor vertraging zorgt, is dat de Ecologische Autoriteit door personeelsgebrek pas in de loop van volgend jaar de plannen van de provincies kan beoordelen. De provincies moeten uiterlijk 30 september 2024 een definitief PPLG hebben ingediend.