Boze demonstranten bij bezoek koningspaar Kaapstad
Boze Zuid-Afrikanen demonstreren vrijdag bij het bezoek van koning Willem-Alexander en koningin Máxima aan museum Slave Lodge in Kaapstad. De groep vraagt aandacht voor de rol van Nederland in het slavernijverleden van Zuid-Afrika. De sfeer was aanvankelijk gemoedelijk, maar sloeg gaandeweg om. Ruim honderd demonstranten uiten hun woede voor de deuren van het slavernijmuseum.
Uit voorzorg zijn de poorten van het museum gesloten. De beveiligers bij de deuren worden uitgejoeld, met name de Zuid-Afrikaanse. De demonstranten vragen zich af hoe de beveiligers zich in een net pak kunnen hullen en zich „aan kunnen sluiten” bij de Nederlanders. Er wordt daarnaast gezongen en met borden gezwaaid. Op de borden staan teksten als „jullie stelen onze cultuur”, „wij waren de eerste”, „wij willen compensatie” en „jullie vergeten ons”.
De demonstranten horen bij de Khoisan, de inheemse bevolking van Zuid-Afrika. Zij willen naast de excuses van Willem-Alexander ook daden zien, zo zeggen ze. Aan het begin van het bezoek sprak het koningspaar al met de demonstranten buiten, die toen nog maar met een paar waren. Een medewerker van het museum kwam de boel sussen door te zeggen dat het koningspaar binnen over „de vreselijke geschiedenis” hoort, maar de ophef groeit daarmee alleen maar.
De koning bood op 1 juli zijn excuses aan voor het Nederlandse slavernijverleden. „Vandaag sta ik hier voor u. Als uw koning en als deel van de regering maak ik vandaag deze excuses zelf”, zei Willem-Alexander tijdens de nationale herdenking van het einde van de slavernij.
De Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa zei donderdag in een persverklaring dat hij de excuses van de koning erkent. „Dit was een belangrijke stap richting verzoening, repareren en het helen van oude wonden.”