Dat stelt de artsenorganisatie KNMG in een persbericht. De organisatie reageert daarmee op het boek ”Euthanasie, de praktijk anders bekeken”, dat de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) donderdag publiceerde. Daarin komen nabestaanden aan het woord van familieleden, die ondanks een schriftelijk vastgelegd euthanasieverzoek geen dodelijke injectie kregen toegediend.

Cruciaal daarbij was de opstelling van de arts in kwestie, aldus de NVVE. Een aantal artsen zou hun bereidheid omtrent het honoreren van het euthanasieverzoek ten onrechte in het midden hebben gelaten. Anderen beloofden het wel, maar kwamen daar later op terug.

De KNMG erkent dat dit voorkomt, maar acht het door de NVVE gesuggereerde aantal gevallen -„eerder honderden dan tientallen gevallen per jaar”- aan de hoge kant. Verder betreurt de artsenorganisatie dat nu uitgerekend rond euthanasie de suggestie wordt gewekt dat een grote groep artsen onzorgvuldig zou handelen jegens hun patiënten. Volgens de KNMG kan het voorkomen dat een euthanasieverzoek wordt afgewezen, omdat andere vormen van stervensbegeleiding euthanasie overbodig maken.

„De KNMG kan zich niet aan de indruk onttrekken dat vanuit de NVVE euthanasie toch te zeer wordt gezien als een recht van de patiënt, waarbij de arts een ondergeschikte rol speelt. Niet genoeg kan worden benadrukt dat het om een gezamenlijke beslissing van patiënt en arts moet gaan”, aldus het persbericht.