Zeeuwse Staten willen opheldering over afspraken panoramaheuvel
De Statenfracties in Zeeland willen van het dagelijks provinciebestuur opheldering over de afspraken die zijn gemaakt met waterwegbeheerder Vlaamse Waterweg en andere betrokken partijen over de aangelegde panoramaheuvel in de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen. Afgelopen zomer was door waarnemingen aan het licht gekomen dat de heuvel ongeveer tien meter lager is dan gepland.
SGP, VVD, de Partij voor Zeeland en diverse andere Statenfracties benadrukten dat de extra kosten die gemaakt moeten worden voor extra maatregelen om de panoramaheuvel toch op gewenste hoogte te brengen, voor rekening moeten komen van degenen die verantwoordelijk zijn voor het uitgevoerde werk.
Tot verbazing van de Statenfracties had gedeputeerde Arno Vael (BBB) in de vergadering gezegd dat niet met harde afspraken is vastgelegd dat de heuvel dertig meter hoog moet worden en dat het daarom een moeilijke klus wordt de kosten op andere partijen te verhalen. De fracties willen nu van Gedeputeerde Staten weten hoe de contracten over het verhogen van de panoramaheuvel er precies uitzien en met wie die afspraken zijn gemaakt. Vael zegde toe die informatie te verstrekken.
De panoramaheuvel is aangelegd met materiaal dat is vrijgekomen bij het afgraven van dijken in de voormalige polder, waar eb en vloed zijn teruggebracht. Vlaanderen heeft die werkzaamheden op Nederlands grondgebied uitgevoerd. Op de heuvel moeten een uitkijktoren met horeca en een radarinstallatie voor de scheepvaart worden ingericht. Daarvoor dient de radartoren op 63 meter boven NAP te komen.
Vael legde uit dat het afgegraven materiaal veel meer is ingezakt dan de aannemer had verwacht. Dat is de belangrijkste reden dat de heuvel lager is dan gepland. Hij zei dat toch zal worden ingezet op een radartoren op 63 meter boven NAP en dat er meerdere sporen zijn om dat doel te bereiken. De gedeputeerde noemde onder meer het aanvoeren van grond van elders en het verhogen van de uitkijktoren.