Belastingdienst voerde in een weekend haastig fout risicomodel in
Ambtenaren van de Belastingdienst hebben in 2013 een omstreden risicomodel om fouten en fraude met toeslagen op te sporen in een paniekerig weekeinde met bijna een half jaar naar voren gehaald. Het zogenoemde risicoclassificatiemodel, dat al jaren niet meer gebruikt wordt, was daardoor onvoldoende getest: er is geen proef mee uitgevoerd en waarborgen bleven uit. Het systeem kon ertoe leiden dat mensen pas maanden later de toeslagen kregen dan wanneer ze er recht op hadden. Vanwege het gebruik van de dubbele nationaliteit in dit model kreeg de Belastingdienst later een recordboete van de privacywaakhond.
Uit verhoren door de parlementaire enquêtecommissie komt naar voren hoe de top van Toeslagen (indertijd nog een afdeling van de Belastingdienst) het model, door Deloitte ontworpen, onder grote druk versneld invoerde. Dit gebeurde als reactie op de Bulgarenfraude. „Gezien de druk van buiten was dit een goed besluit”, verklaarde oud-handhavingschef Paul Veringmeier maandag. Voormalig toeslagenbaas Gerard Blankestijn zei eerder ook dat de Belastingdienst iets zichtbaars moest doen tegen fraude.
Enkele weken nadat misbruik van toeslagen door een groep Bulgaren naar buiten was gekomen, riep Blankestijn ambtenaren bijeen om met een reactie te komen. Dit viel in het kroningsweekend, waarin de ogen gericht waren op de troonopvolging door koning Willem-Alexander. De keuze viel op het model van Deloitte, waar de fiscus al eerder interesse in toonde. Het zou eigenlijk pas op zijn vroegst in september het licht zien, maar moest ineens nog vóór de eerstvolgende uitbetaling van huur- en kinderopvangtoeslag in werking zijn.
Veringmeier benadrukt net als Blankestijn dat het risicomodel was ontworpen om fouten met toeslagen te voorkomen en daarmee toeslagaanvragers te hélpen. Het was geen fraudemaatregel, maar beide topambtenaren noemen de Bulgarenfraude wel als belangrijkste reden om het model direct in te voeren.
De Belastingdienst had niet eens genoeg ambtenaren om de uitgeworpen aanvragen te behandelen. Deze aanvragen werden niet gehonoreerd totdat de aanvragers zélf met bewijs kwamen dat ze recht hadden op de toeslag. Het leidde tot „ellende”, erkent Blankestijn inmiddels.
De Belastingdienst was zo enthousiast over het systeem, dat er „een steeds groter belang” aan werd gehecht, volgens Deloitte-manager Sander Koemans. Deloitte waarschuwde de fiscus tegen het breder inzetten.
Sinds juli 2019 wordt het systeem niet meer gebruikt. Het kabinet erkent inmiddels dat „het model in deze vorm niet gebruikt had mogen worden”.