Begroting Brabant stijgt zonder nieuw beleid naar 1,4 miljard euro
De begroting van de provincie Noord-Brabant voor volgend jaar bevat weliswaar geen nieuwe beleidsplannen, maar stijgt wel van 1,2 naar 1,4 miljard euro. Volgens het begin september aangestelde provinciebestuur is sprake van een „sluitende en beleidsarme” begroting. De plannen die de nieuwe coalitie onlangs presenteerde, zijn hier nog niet in meegenomen.
„We hebben een solide financiële basis waarmee we de komende jaren de opgaven waar we voor staan kunnen aanpakken”, aldus gedeputeerde Martijn van Gruijthuijsen van de VVD, die financiën in zijn portefeuille heeft zitten. „Want de opgaven zijn groot: denk aan de stikstofcrisis, een krappe arbeidsmarkt en hogere energielasten. Hoewel de begroting beleidsarm is, houden we onze uitvoeringskracht sterk en maken we extra geld vrij voor de gebieden die dat nu nodig hebben.”
Dat geldt onder meer voor het openbaar vervoer (6 miljoen euro meer dan in 2023), de omgevingsdiensten (7,8 miljoen) en de stikstofaanpak (1,2 miljoen). De grootste kostenpost in de begroting is mobiliteitsontwikkeling (bijna 220 miljoen euro). De inkomsten komen vooral uit het provinciefonds (372 miljoen) en via de motorrijtuigenbelasting (bijna 290 miljoen).
De coalitie, bestaande uit VVD, GroenLinks, PvdA, SP, D66 en Lokaal Brabant, roept het Rijk op om de provincies van meer geld te voorzien. „Wij zijn hier heel duidelijk in: als het Rijk van de provincies verwacht dat wij de grote opgaven in het land helpen oplossen, dienen we daar genoeg financiële middelen voor te hebben”, aldus Van Gruijthuijsen. „Als we nieuwe taken krijgen, horen daar ook de knaken bij. Maar tegelijkertijd staan ook onze toekomstige inkomsten onder druk. Er zitten onderhandelingen aan te komen met het Rijk over de herverdeling en de grootte van het provinciefonds en het belastinggebied.”
De begroting voor 2024 wordt in november besproken door de Provinciale Staten.