Mohammed Cheppih, die in 2003 in beeld was voor het voorzitterschap van de AEL, de Arabisch-Europese Liga, deed woensdagavond in Rotterdam mee aan het eerste openbare debat over islam en integratie in de stad. Waarom woon je hier eigenlijk nog, werd hem gevraagd. „Het enige dat me hier houdt, is dat er aan me wordt getrokken. Ik kan wat betekenen voor jongeren", zei Cheppih.

AEL-voorzitter Nabil Marmouch vond dat vooral veel over moslims wordt gepraat. „Moslims hebben nog geen woordvoerders en worden daarom nog niet gehoord."

Een jonge vrouw was het daar niet mee eens. „Waarom zou ik als moslim constant naar buiten moeten treden. Ik leef mijn leven, heb leuke buren, het gaat me goed."

Reacties als deze zei een andere aanwezige juist vaak te missen. „Ik heb geen angst voor moslims. Het baart me wel zorgen dat gematigde moslims weinig tegenwicht geven aan radicale moslims."

De stelling van het debat ’De angst voor moslims is terecht’ kreeg woensdag weinig steun in Rotterdam. „Mensen die bang zijn voor moslims, zijn niet bang voor de buurman of de bakker. Ze vrezen de radicale moslims", vertelde een Marokkaanse man. „Ik ben moslim en ik ben ook bang voor de radicalen, want die vermoorden mensen."

Ook werden in het gemêleerde gezelschap dagelijkse ergernissen geuit. „Vrouwen, laat u eens zien, kom naar de volkstuin, groet de buren en laat vooral je man thuis", riep een autochtone Rotterdamse, die het naar vond dat oudere allochtone mannen nooit iets tegen haar zeiden.

In de pauze gingen de gesprekken gewoon door. Voor- en tegenstanders zochten elkaar op en hadden soms lange gesprekken. „Die interactie in de pauze was nog interessanter dan de rest van de avond", vond F. van der Hilst, raadslid van Leefbaar Rotterdam.

„Ik had drie jaar geleden niet gedacht dat we dit nu zouden durven doen", meende een tevreden wethouder Pastors (Leefbaar Rotterdam). SP-raadslid Cornelissen vond echter dat de meeste aanwezigen zich politiek correct gedroegen en gewenste antwoorden gaven. „Er zijn veel mensen bang voor de islam en die durven daar dus niet voor uit te komen. Ik denk dat we dit debat vooral moeten voortzetten bij de bakker, op schoolpleinen en overal waar mensen elkaar tegenkomen. Je moet God er buiten laten en werken aan een goede toekomst in Rotterdam."