Kamer wil garnalenvisserij in zuidwestelijk kustgebied voorlopig nog toestaan
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat het kabinet het voorgenomen totaalverbod vanaf 5 oktober voor bodemberoerende visserij in een deel van de Voordelta uitstelt.
Een motie hierover van Caroline van der Plas (BBB) haalde dinsdag een meerderheid. Een verbod zou de Nederlandse garnalenvissers „ernstig” raken, zo staat in de motie. Onder meer VVD, PVV, CDA, ChristenUnie, FVD, SGP en Pieter Omtzigt stemden voor de motie.
De Voordelta is een Natura 2000-gebied voor de kust van Zuid-Holland en Zeeland, ten zuiden van de Tweede Maasvlakte. Minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) maakte in juli in een ontwerpbesluit bekend dat alle vormen van bodemroerende visserij worden verboden in een deel van het natuurgebied, ter grootte van 24.550 hectare. Door de aanleg van de Tweede Maasvlakte zijn natuurwaarden verloren gegaan en het visserijverbod is daarvoor een compensatiemaatregel.
Alternatieven
Eerder vroegen Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland en het college van de gemeente Goeree-Overflakkee om uitstel. Beide willen tijd nemen voor onderzoek naar alternatieve compensatiemaatregelen voor de natuur. Gedeputeerde Staten vroegen zich ook af of het visserijverbod wel tot het beoogde natuurherstel leidt.
Het verbod treft onder meer de Zeeuwse garnalen- en schelpdiervissers en mosselkwekers die actief zijn in een deel van de Voordelta tussen Neeltje Jans en de Tweede Maasvlakte. De boomkorvisserij op platvis zoals tong is in het bewuste gebied al langer verboden.