AVR verwerkt afval voor onder meer Den Haag, Leiden, Utrecht, Rotterdam en „een hoop kleinere gemeenten”, aldus de zegsman. Geprobeerd wordt het afval dat normaal gesproken naar de verwerker in Rotterdam gaat, naar andere installaties te brengen van andere bedrijven, zegt hij. „Maar die moeten wel plaats hebben, en dat is niet altijd het geval.” Daarom wordt nu ook overlegd met gemeenten om te kijken of daar plekken zijn waar afval tijdelijk kan worden opgeslagen.

Veel verwerkers hebben volgens de woordvoerder hetzelfde probleem als AVR: lachgascapsules. Lachgas valt tegenwoordig onder de Opiumwet, en sinds daarop wordt gehandhaafd, worden illegale lachgascilinders bij het afval gegooid. „Daar hebben we veel last van in de verbrandingsovens, want ze ontploffen.”

Daarom moet het afval worden gecontroleerd, en om dat te doen, wordt het buiten opgeslagen. „De terreinen liggen daardoor voller dan normaal.” De woordvoerder noemt dat een complicerende factor bij het vinden van ruimte om het afval dat nu niet naar Rotterdam kan elders te laten verwerken.

Overigens is een mogelijk ontplofte cilinder niet de oorzaak van deze brand, zegt de woordvoerder. „Het is niet begonnen in de verbrandingsovens, maar in een turbine waarin energie wordt opgewekt.”