Muziek
Column: Hoe laat je de stilte zingen?

Je kunt het zomaar meemaken op zondagmorgen in een reformatorische kerk. De predikant geeft Psalm 65:1 op: „De lofzang klimt uit Sions zalen”.

beeld RD
beeld RD

Je kunt het zomaar meemaken op zondagmorgen in een reformatorische kerk. De predikant geeft Psalm 65:1 op: „De lofzang klimt uit Sions zalen”. De organist van dienst zet na een stevig voorspel fors in. Het gaat immers om de lofzang die moet klimmen? (Dat de melodie precies op het woord ”klimt” een kwint naar beneden valt, daar hebben weinigen erg in.)

Maar dan de tweede regel: „Tot U, met stil ontzag”. Dan gaat het orgel natuurlijk weer bijna dicht, om de schuchtere ootmoed, de eerbiedige verstilling te verklanken. Vervolgens mag er weer wat bij, als het gaat om het betalen van de geloften aan God, „dag bij dag”. Maar aan het eind moet het weer zachter, schuchter bijna, als er sprake is van „allerlei geslachten” die „ootmoedig” tot God komen. Gevoelvol orgelspel, een betrokken speelman. Mooi?

Er is alleen een probleem met dat begin van Psalm 65. „De lofzang is in stilheid tot U”, luidt de Statenvertaling. Maar daarbij is het woordje ”in” cursief gedrukt: dat is dus toegevoegd. De kanttekening zegt dan ook: „Of: zwijgende”. Je mag dus volgens de vaderen ook lezen: „De lofzang is zwijgende tot U”. Dat komt inderdaad dicht bij wat er in het Hebreeuws staat. Letterlijk: „Voor U (is) stilte lofprijzing, God, in Sion”. Het gaat dus niet om een verstilde lofzang, een lied in ootmoedige terughoudendheid aangeheven. Nee, de stilte zélf zingt. Blijkbaar kan een serene rust, waar lawaai en geluid afwezig zijn, een loflied worden. Een eenzaam bos, waar de stilte behalve weldadig ook welluidend is. Maar liever nog, met Psalm 65, waar het gaat over Gods huis: de stilte van de liturgie –kennen we die eigenlijk wel?– kan blijkbaar een juichstem voor God zijn. Zingende stilte op de plek waar Hij ons doet naderen om Zijn heilstem te horen. Zalig als je daarin betrokken raakt, zegt de psalm.

Intussen heeft het begin van Psalm 65 berijmers de nodige hoofdbrekens gekost. Datheen laat de stilte helemaal weg. In ”1773” klimt de lofzang dus „met stil ontzag”. Ds. C.J. Meeuse berijmt: „De lofzang klinkt door Sions zalen/ in stilheid tot Uw eer.” Enny de Bruijn (”Weerklank”) dicht: „De stilte draagt mijn stem naar boven/ in lofzang, tot Uw eer.” Titia Lindeboom (DNP) heeft: „Vanuit de stilte klinkt ons zingen.” Willem Barnard (berijming 1967) is de enige die de stilte zelf een lofzang laat zijn: „De stilte zingt U toe, o Here,/ in uw verheven oord.”

Maar wat moet nu de betrokken organist die graag de tekst uitbeeldt? Misschien kan hij dat bij Psalm 65 maar beter achterwege laten als de berijming iets anders zegt dan de psalm zelf. En als de speelman toch graag de zingende stilte laat horen vanachter de klavieren? Misschien moet hij maar gewoon even een paar noten lang de handen optillen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer