RIVM wil dat rekentool voor stikstof elders ondergebracht wordt
Het RIVM wil dat het rekenprogramma waarmee de stikstofbelasting van natuurgebieden wordt berekend ondergebracht wordt bij een andere partij, heeft een woordvoerster bevestigd na berichtgeving door NRC. Het gaat om het deel van het programma waarmee de vergunningverlening wordt geregeld.
Het rekenmodel, genaamd Aerius, wordt gebruikt door de overheid om onder meer vergunningsaanvragen van boeren te beoordelen. Het is echter „niet de rol van het RIVM om met gebruikers over vergunningen te praten”, stelt de woordvoerster van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu nu. „Uiteraard blijft het RIVM de data en modellen die Aerius gebruikt gewoon leveren”, vervolgt ze.
Het programma is ontwikkeld door het RIVM en wordt ook beheerd door het instituut, in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Boerenorganisaties leverden de afgelopen jaren forse kritiek op het rekenmodel.
Een woordvoerder van het ministerie van LNV benadrukt dat een vergunning niet hoeft af te hangen van alleen een Aerius-berekening. „Een ecologische toets kan ook van belang te zijn. De beoordeling daarvan is aan het bevoegd gezag, de provincies, en in een uiterst geval de rechter.”
Het Aerius-programma bestaat uit verschillende ict-systemen, waaronder Aerius calculator, waarmee stikstofemissie- en depositieberekeningen kunnen worden gemaakt, zegt de woordvoerder. Die calculator wordt gebruikt ter ondersteuning van vergunningverlening.
„We werken doorlopend aan de verbetering van Aerius en daar hoort ook bij dat we kijken naar welke taken waar het beste belegd kunnen worden”, zegt de woordvoerder. „Op dit moment wordt verkend hoe een herverdeling van taken ingevuld kan worden.” Het ministerie loopt niet vooruit op welke partijen daarvoor mogelijk in beeld zijn.
Eind maart schreef minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) in een Kamerbrief dat de verschillende onderdelen van Aerius worden meegenomen bij de rijksbrede ict-herinrichting. In die brief benadrukte ze dat de Aerius-berekening ondersteunend is bij beleidsvorming en vergunningverlening, en dat de provincie bij vergunningverlening ook andere factoren meeweegt, zoals de kwaliteit van de natuur in een specifiek gebied.
Tegelijkertijd moet er „extra aandacht” besteed worden aan de „verantwoorde inzet van de Aerius-berekeningen”, schreef ze.