„China heeft geen wet, reglementen of richtlijnen die de aankoop of het gebruik van telefoons van buitenlandse merken zoals iPhone verbieden”, verklaarde een woordvoerster van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken tegenover persbureau AFP.

Een week geleden berichtte zakenkrant The Wall Street Journal op basis van ingewijden dat de Chinese regering ambtenaren van centrale overheidsinstellingen het gebruik van smartphones van buitenlandse merken had verboden. Vervolgens meldde persbureau Bloomberg dat de Chinese overheid dat verbod wilde uitbreiden naar staatsbedrijven en andere door de overheid gecontroleerde instanties.

De verklaring van het ministerie is de eerste officiële reactie op die berichten over een mogelijk iPhone-verbod. De woordvoerster verwijst tegelijkertijd naar „meerdere artikelen die veiligheidsproblemen met iPhones hebben blootgelegd”, maar ze geeft verder niet precies aan welke nieuwsberichten ze bedoelt.

Het officiële antwoord op het artikel van The Wall Street Journal sluit niet uit dat ambtenaren mondeling wel degelijk te horen hebben gekregen dat ze hun iPhone beter thuis kunnen laten, stelt AFP.

De berichten over het vermeende iPhone-verbod verschenen te midden van oplopende spanningen tussen de Verenigde Staten, het thuisland van Apple, en China. De Amerikaanse regering probeert China steeds meer af te knijpen van de modernste chiptechnologie uit vrees voor het gebruik daarvan voor militaire doeleinden. Daarnaast zetten de VS een aantal Chinese bedrijven op een zwarte lijst, waaronder telecom- en smartphoneconcern Huawei.

China is voor Apple niet alleen een belangrijke markt, maar ook het land waar de meeste iPhones in elkaar worden gezet. Het concern is sinds 1993 actief in de Volksrepubliek. Apple-baas Tim Cook noemde de relatie met China tijdens een bezoek aan Beijing in maart „symbiotisch”.