„Er liggen grote rotsblokken op de wegen. Die moeten eerst weg”, aldus de ambassadeur over de logistiek achter het organiseren van de hulp. Er staat in Nederland een Urban Search and Rescue (USAR) team klaar om naar het rampgebied af te reizen. Maar volgens Roodenburg heeft het geen zin „om met zijn twintigen op de weg te staan” terwijl er nog rotsblokken op liggen. „Het is belangrijk dat de Marokkaanse autoriteit dat coördineert.”

Volgens Roodenburg kan Nederland effectieve hulp bieden door de lokale autoriteiten te steunen. „Nederland heeft als een van de eerste landen een gebaar gemaakt door 5 miljoen euro hulp te bieden via het Rode Kruis. Dat werkt hier lokaal met het Marokkaanse Rode Kruis en dat was meteen ter plekke. Het is ontzettend belangrijk dat je gebruikmaakt van kanalen die weten waar ze moeten zijn en wat ze moeten doen.”

Roodenburg is afgelopen zaterdag met een klein team naar Marrakech afgereisd voor de Nederlanders in het rampgebied. „Tot nu toe, gelukkig, zijn er nog geen berichten over Nederlandse slachtoffers”, aldus de ambassadeur bij het radioprogramma. „Er wonen hier vrij veel Nederlanders die natuurlijk veel familie hebben en de omgeving kennen. Zij willen ook actie ondernemen en doen dat ook al.” Als voorbeeld noemt hij een Nederlands-Marokkaanse ondernemer in Casablanca, die hulpgoederen inkoopt en via lokale transporteurs naar het rampgebied rijdt.