Buitenland raadsel van Ustica
Italiaanse oud-premier beschuldigt Frankrijk van neerschieten vliegtuig

De Italiaanse oud-premier Giuliano Amato heeft opmerkelijke opening van zaken gegeven rond „het raadsel van Ustica”: het neerstorten van een Italiaans burgervliegtuig in 1980. Volgens Amato zitten de Fransen erachter.

De wrakstukken van het in 1980 neergestorte passagiersvliegtuig DC-9  beeld EPA
De wrakstukken van het in 1980 neergestorte passagiersvliegtuig DC-9  beeld EPA

Op de avond van 27 juni 1980 stortte een Italiaanse DC9, op weg van Bologna naar Palermo, in zee bij het eilandje Ustica, voor de kust van Sicilië. Van meet af aan was de oorzaak van de ramp onduidelijk. Aanvankelijk werd gesproken van metaalmoeheid, vervolgens verklaarde de leiding van de Italiaanse luchtmacht dat een terrorist in het bagageruim een bom had achtergelaten.

Beide verklaringen waren weinig geloofwaardig en op last van de rechtbank van Rome werden in 1987 en 1991 de resten van het vliegtuig van 3700 meter diepte opgevist. Uit onderzoek bleek dat een object van buiten de luchtramp had veroorzaakt en in 1999 sprak de Romeinse rechter Rosario Priore van een militaire actie. De militairen bleven echter vasthouden aan de bomthese, ook tegenover Amato.

Die verklaarde dit weekend in een interview met dagblad La Repubblica dat hij als premier in 1992 regelmatig bezoek kreeg van generaals die hem ervan probeerden te overtuigen dat het alleen een bom kon zijn geweest. Datzelfde jaar werden de hoogste officieren van de luchtmacht in staat van beschuldiging gesteld wegens hoogverraad, omdat zij oorlogshandelingen in het Italiaanse luchtruim zouden hebben toegelaten.

Er volgde een langdurig proces in de loop waarvan luchtmacht en geheime dienst meerdere valse sporen uitzetten en diverse getuigen het leven lieten. Uiteindelijk bleken de bewijzen onvoldoende, zodat de generaals in 2006 werden vrijgesproken.

Getipt

Dat er sprake was geweest van een treffen in het luchtruim boven Ustica werd bevestigd door de radarsporen van het vliegverkeer op de bewuste datum, voor zover die niet waren gewist.

Daarop waren twee vliegtuigen in het kielzog van de CD9 te zien. In 2008 verklaarde oud-president Francesco Cossiga, die in 1980 premier was, dat het hoofd van de militaire inlichtingendienst hem toen had verteld dat het een Franse militaire actie was geweest.

De 85-jarige Amato, die in 1980 staatssecretaris was in de regering van Cossiga, sluit daar nu op aan en schildert een scenario dat goeddeels te vergelijken valt met dat van de MH17: de DC9 werd per ongeluk neergeschoten door een Frans gevechtsvliegtuig, dat het voorzien had op de Libische leider Muammar Gaddafi, die op dat moment op diezelfde route op weg zou zijn naar Moskou.

Gaddafi was echter ingelicht door de Italiaanse premier Bettino Craxi, die goede relaties met hem onderhield. Frankrijk voerde op dat moment daarentegen oorlog met Libië in Tsjaad en ook de Amerikanen hadden geen bezwaar tegen het uitschakelen van de man die als steunpilaar van het internationale terrorisme werd beschouwd. Zodoende zat Gaddafi niet in de Libische MIG-straaljager die zich achter het Italiaanse burgertoestel verschool.

Met als resultaat dat niet alleen de MIG werd neergeschoten –en drie weken later werd gevonden in de Sila, een onherbergzame bergketen in Zuid-Italië–, maar ook het vliegtuig met onschuldige burgers, terwijl Gaddafi ongedeerd bleef.

Geen ruzie

Volgens de 85-jarige Amato is het tijd voor Frankrijk om zijn verantwoordelijkheid te nemen en excuses aan te bieden. Zijn reconstructie heeft veel opzien gebaard in Italië en geleid tot correcties door onder meer de zoon en de ex-secretaris van oud-premier Craxi. Volgens hem zou niet Craxi, maar de geheime dienst Gaddafi hebben gewaarschuwd. Op zijn beurt zou Craxi de Libische leider zes jaar later wel tippen over een Amerikaans bombardement van zijn paleis.

In Italië is op Amato’s onthullingen gereageerd met een mengeling van verbazing en enthousiasme, onder meer van de nabestaanden van de slachtoffers. Het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken meldde laconiek dat Frankrijk alle gevraagde informatie al heeft geleverd, maar desgewenst bereid is om met de Italiaanse justitie samen te werken. Daarmee lijkt ‘Ustica’ niet tot een nieuwe Frans-Italiaanse ruzie te leiden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer