Is de in Frankrijk gewraakte abaya eigenlijk wel een religieus kledingstuk?
De abaya –een ruim zittende jurk die over de kleding wordt gedragen– wist de gemoederen in Frankrijk de afgelopen week danig bezig te houden. Sinds minister van Onderwijs Gabriel Attal zondag aankondigde dat het kledingsstuk op Franse scholen niet langer gedragen mag worden, roerden voor- en tegenstanders van de maatregel zich flink.
Voorstanders zijn blij dat er eindelijk duidelijkheid is over de regels, tegenstanders vragen zich af waar deze statelijke inmenging in de kledingkeuze van scholieren eindigt. Een slogan van Black Lives Matter op het shirt, is dat ook geen uiting van een ideologie?
Minister Attal onderstreepte donderdag nog eens dat leerlingen die maandag met een abaya op school verschijnen, geen lessen mogen bijwonen. Voor de duidelijkheid voegde hij eraan toe dat ook de qamis, de mannelijke variant van de abaya, onder de verbodsregels valt. De Franse schoolleidingen krijgen een handreiking toegestuurd om het gesprek aan te gaan met leerlingen die de nieuwe regels toch overtreden.
De achtergrond van de maatregel is de bescherming van de laïcité: de scheiding van kerk en staat, ofwel van het seculiere karakter van het statelijke onderwijs. De minister vindt dat op grond daarvan aan leerlingen niet te zien moet zijn welke religie ze aanhangen. De maatregel ligt in het verlengde van het in 2004 ingestelde verbod op het dragen van kleding of van symbolen die naar een religieuze achtergrond verwijzen. Keppeltjes op het hoofd en kruisjes om de nek zijn op scholen dus al jaren taboe.
De abaya bevond zich tot voor kort in een schemergebied, waar schoolleidingen moeilijk raad mee wisten. Het kledingsstuk dook intussen steeds meer op. Half augustus meldde een rapport van uit het ministerie van Onderwijs dat het aantal meldingen van „aanvallen op het secularisme” op scholen in het schooljaar 2022-2023 was verdubbeld ten opzichte van een jaar eerder, tot ruim 4700. Onder die aanvallen valt onder meer het dragen van de abaya.
Een belangrijke vraag is uiteraard of de abaya een religieus kledingsstuk is. De Franse krant Le Figaro citeerde deze week een 19e eeuwse Nederlandse oriëntalist (overigens afstammend van Franse hugenoten), Reinhart Dozy, die de abaya in een overzichtswerk over Arabische kledingstukken uit 1845 typeert als „de karakteristieke kledij van bedoeïen sinds mensenheugenis.” Het is volgens hem vooral bedoeld ter bescherming tegen de „klimatologische omstandigheden” van de woestijn. In lijn daarmee verklaarde de Franse Raad voor de Islamitische Eredienst (CFCM) dat de abaya niets met religie van doen heeft.
De wedervraag is uiteraard of dat ook in de Franse context het geval is: welke niet-moslim in Frankrijk draagt ooit een abaya? In die zin volgt het verbod op het kledingsstuk logisch op de maatregelen van 2004. Fundamenteler is de discussie of het erg is als kleding iets vertelt over de religieuze achtergrond van een scholier. Het is maar de vraag of de strikte Franse scheiding van kerk en staat, zoals vastgesteld in 1905, ooit bedoeld is om dergelijke uitingen tegen te gaan. De stelling dat dit niet het geval is, valt goed te verdedigen.