Rechters blijven het oneens over opvang derdelanders
Mag de overheid de bescherming van zogenoemde derdelanders uit Oekraïne stoppen? Nee, bepaalde de rechtbank Den Haag vrijdag in twee zaken die in Amsterdam plaatsvonden. Jawel, dat mag juist wel, vonden andere rechters van Den Haag vrijdag tijdens een zitting in Den Bosch.
In de afgelopen maand hebben rechters meer vonnissen over derdelanders gewezen die elkaar tegen lijken te spreken. Bij de zaak in Den Bosch vrijdag besloot de rechtbank van Den Haag dat de bescherming van derdelanders facultatief is. Nederland zou daarom zelf kunnen beslissen wanneer die stopt. Dat vond de rechtbank van Den Haag donderdag ook bij een zaak in Utrecht, en de rechtbank van Den Haag kwam begin augustus in Rotterdam ook met zo’n vonnis.
Bij twee zaken in Amsterdam oordeelde de rechtbank Den Haag vrijdag juist dat de bescherming is gebaseerd op Europese afspraken. Die zouden blijven gelden totdat Europa besluit dat ze niet meer gelden. Dat was donderdag ook het vonnis van de rechtbank van Den Haag bij drie zaken die in Roermond werden gevoerd. Zaken over derdelanders vallen officieel onder de rechtbank Den Haag omdat de Staat in de hofstad zetelt.
Gemeenten klagen over die onduidelijkheid. Ze weten niet wat ze moeten doen, en een deel wacht af tot ze zekerheid hebben. Maar een eindoordeel van de Raad van State, en dus duidelijkheid, is er voorlopig niet.
In Nederland zijn enkele duizenden derdelanders uit Oekraïne. Ze werkten of studeerden in dat land toen Rusland binnenviel. Ze vluchtten naar Nederland en kregen dezelfde bescherming als Oekraïners. In Nederland zou het om naar schatting 2900 mensen gaan. Het kabinet wil dat de vluchtelingen maandag hun recht op bescherming en opvang kwijtraken. Dan moeten ze ook de gemeentelijke opvanglocaties of gastgezinnen verlaten. Ze mogen niet meer werken en krijgen geen leefgeld. Wie geen asiel of studievisum aanvraagt, moet binnen 28 dagen vertrekken uit Nederland.