Binnenland

IJsselmeer geeft na 80 jaar gecrashte Lancaster prijs

Ruim tachtig jaar na het neerstorten van een Lancaster in het IJsselmeer wordt het toestel geborgen, in de hoop de laatste drie bemanningsleden te vinden.

30 August 2023 21:31
Een van de weinige Lancasters die nog kan vliegen. Een toestel van dit type wordt vanaf 4 september geborgen in het IJsselmeer. beeld AFP, Guillaume Souvant
Een van de weinige Lancasters die nog kan vliegen. Een toestel van dit type wordt vanaf 4 september geborgen in het IJsselmeer. beeld AFP, Guillaume Souvant

Het wrak van de bommenwerper ligt enkele kilometers ten zuiden van de Afsluitdijk, nog net binnen de provinciegrenzen van Friesland. De berging is een enorme operatie. De afgelopen maand werden rond het vliegtuig damwanden geslagen waardoor er een vierkante bak van ongeveer 30 bij 30 meter ontstond. Vorige week werd de bak leeggepompt. Op 4 september moet de berging van het toestel beginnen. De resten liggen grotendeels in het zand en steken er een klein stukje bovenuit.

Het toestel dat in het IJsselmeer ligt, is de Lancaster ED603. Het vliegtuig vertrekt op 12 juni 1943 rond 23.00 uur van de vliegbasis Wyton, bij Cambridge. Het zal de eerste en tevens de laatste vlucht worden van het gloednieuwe vliegtuig. Aan boord bevinden zich zeven vliegeniers die elk al tientallen bombardementsvluchten naar Duitsland hebben gemaakt. Ondanks hun ervaring zijn de mannen jong: 20 tot 27 jaar.

De Lancaster is een zogeheten pathfinder. Samen met elf andere Lancasters moet het vliegtuig lichtfakkels uitwerpen om te markeren welk gebied de achterop komende bommenwerpers moeten verwoesten. Het doel is Bochum, een stad in het Ruhrgebied. Deze stad moet gedurende de Tweede Wereldoorlog ongeveer 150 aanvallen verwerken, waarbij in totaal zo’n 550.000 bommen neerkomen.

De ED603 vervoert vier fakkels, een zware bom van 1800 kilo, vier duizendponders en acht vijfhonderdponders. Dat is een vrij gebruikelijke bommenlast voor het toestel. Om luchtafweer zoveel mogelijk te vermijden, gaat het toestel niet over de Randstad, maar koerst het naar Texel. Daar buigt het af naar het IJsselmeer, om daarna naar het hart van de Duitse industrie te vliegen. De heenvlucht verloopt zonder problemen. De bommen worden boven Bochum afgeworpen.

De terugtocht gaat via Enschede en Zwolle naar het IJsselmeer. De Duitse radar ontdekt de Lancaster. Een Messerschmidt Bf-110 gaat eropaf. De Duitse nachtjager wordt bestuurd door de ervaren 28-jarige Rudolf Sigmund. Sigmund zal tijdens 150 vluchten maar liefst 28 toestellen neerhalen, totdat hij in oktober 1943 zelf wordt gedood bij een luchtgevecht. Kogels uit de Messerschmidt raken de Lancaster, waarna het Britse toestel in het IJsselmeer stort. In de weken erna spoelen op de Friese kust de lichamen van vier bemanningsleden aan. Ze worden begraven in Workum, Hindeloopen en Stavoren. De lichamen van de boordwerktuigkundige, de radiotelegrafist en de rugkoepelschutter worden nooit gevonden. De vraag is of zij nog in het wrak liggen.

Pilotenstoel

Volendamse vissers ontdekken het wrak in 1996. Zij vissen een plaatje met het serienummer van het toestel op. Amateurs duiken in de loop van de jaren een van de motoren en een pilotenstoel op. De hoge kosten staan de berging van het vliegtuig, dat op vier meter diepte ligt, jarenlang in de weg. Mede op aandringen van nabestaanden valt uiteindelijk toch het besluit te gaan bergen. De nabestaanden hopen dat de drie bemanningsleden zich nog in het toestel bevinden. Ze willen hen een waardige laatste rustplaats geven.

Alleen bevoegde bedrijven mogen een toestel bergen. Zo moet worden voorkomen dat de resten van het vliegtuig onnodig worden beschadigd. Omdat er mogelijk nog stoffelijke resten aan boord zijn, wordt de locatie aangemerkt als oorlogsgraf. Dat mag alleen worden geopend na toestemming van overheden. Het onbevoegd weghalen van delen van vliegtuigen is tegenwoordig strafbaar.

De berging van de Lancaster kan enkele weken duren. Het toestel is waarschijnlijk lang niet meer intact. Door de klap van het neerstorten en door de tand des tijds zullen de bergers vooral zwaar aangetaste onderdelen van het vliegtuig vinden. Als er nog resten van bemanningsleden aanwezig zijn, zal het waarschijnlijk vooral gaan om botfragmenten.

De Lancaster in het IJsselmeer is een van de ongeveer dertig toestellen waarvoor in 2019 een nationale regeling in het leven werd geroepen. Het Rijk trok destijds miljoenen euro’s uit voor het bergen van vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog waar waarschijnlijk nog lichamen van bemanningsleden aan boord zijn. Per jaar kunnen maximaal drie toestellen worden geborgen. Dat komt onder andere doordat in Nederland slechts een beperkt aantal mensen een toestel op de juiste manier kan bergen.

Hoog aantal

Tijdens de Tweede Wereldoorlog stortten in Nederland ongeveer 6000 vliegtuigen neer, gemiddeld meer dan drie per dag. Ten opzichte van andere landen is dat een uitzonderlijk hoog aantal. De reden is met name dat Nederland op de route van geallieerde bommenwerpers naar Duitsland lag. Navigatie was ten tijde van de oorlog niet eenvoudig. Bemanningen volgden veelal de grote rivieren om zich te oriënteren. Daar werden dan ook veel vliegtuigen neergeschoten. Om het luchtafweergeschut te vermijden, viel de keuze ook vaak op de route over het IJsselmeer. Daar werden de vliegtuigen echter onderschept door Duitse nachtjagers.

Zo’n 1000 tot 1500 toestellen zijn nooit geborgen. Sommige liggen op lastig bereikbare plaatsen. Bij andere vliegtuigen is er geen noodzaak tot berging. Het gaat dan bijvoorbeeld om toestellen die onder een weiland liggen. Wanneer de grond nodig is voor bijvoorbeeld de bouw van huizen kan dat een reden zijn om een vliegtuig te bergen. Ook nabestaanden sturen regelmatig aan op berging.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer