Dat meldde de NOS deze woensdag. De inperking van het aantal uren kraamzorg is volgens de brancheorganisatie noodzakelijk omdat het personeelstekort steeds nijpender wordt. In totaal komt de sector zo’n 1500 kraamverzorgers tekort. Van de bijna 10.000 kraamverzorgers is ook nog eens 10 procent langdurig ziek.

In de regio’s waar tekorten zijn –met name in de grote steden– korten kraamzorgorganisaties nu al flink op het aantal zorguren. In tegenstelling tot de normale 49 uur krijgen gezinnen daar zo’n 24 uur aan kraamzorg. In de regio’s Rijnmond en Drechtsteden kan RST vaak alleen de basiszorg verlenen, zo vertelde bestuurder Peter Boudewijn eerder tegen het RD. „We proberen dat zo vroeg mogelijk aan te geven, zodat gezinnen tijdig mantelzorg kunnen regelen.”

Om de problemen rondom de tekorten tegen te gaan moet er volgens Bo Gebooortezorg meer zorg op maat gegeven worden. Wie een eerste kind krijgt, ontvangt meer kraamzorg dan wie bevalt van een tweede. Uitzonderingen daarbij zijn gezondheidsproblemen in het gezin. Of als de moeder kampt met een postnatale depressie of het kind gehandicapt blijkt te zijn. In dergelijke gevallen wordt het aantal uren kraamzorg juist uitgebreid. In het geval dat kind en moeder in het ziekenhuis verblijven, moet er volgens het plan ook niet meer gekort worden op de kraamzorguren. Dat is nu wel vaak het geval.

Een andere oplossing voor de krapte is volgens de brancheorganisatie de ontwikkeling van een digitale tak binnen de kraamzorg. Op die manier besparen kraamverzorgers veel tijd. Kraamverzorgers laten aan de NOS weten die ontwikkeling met scepsis tegemoet te zien.