ABN AMRO hield in het tweede kwartaal onder de streep 870 miljoen euro over, waar een jaar geleden nog 475 miljoen euro winst in de boeken ging. Vooral de gestegen rente-inkomsten droegen bij aan de winstsprong. Ook vielen er voorzieningen uit de coronatijd vrij van geld dat de bank eerder apart had gezet omdat leningen mogelijk niet meer terugbetaald zouden worden.

„Dat betekent dat het beter gaat met onze klanten dan we aanvankelijk hadden verwacht”, zegt topman Robert Swaak in een toelichting. Maar hij voegt eraan toe dat er tegelijk nog veel onzekerheid is over de economie en de hoge inflatie. Daar is de bank scherp op, zegt de bankier. De instroom van bedrijven bij de zogeheten afdeling bijzonder beheer is volgens Swaak licht toegenomen. Dat is de afdeling waar probleemgevallen worden ondergebracht.

ABN AMRO heeft ook last van de krapte op de arbeidsmarkt. Daardoor lukt het soms niet om voor bepaalde zaken snel de juiste nieuwe mensen te vinden. Het gevolg is dat de bank investeringen die eigenlijk voor dit jaar gepland stonden naar volgend jaar doorschuift. Verder denkt ABN AMRO na dit jaar nog meer inspanningen te moeten leveren wat betreft zijn beleid voor tegengaan van witwassen. De daling van de kosten voor dit dossier zou daardoor „meer geleidelijk” zijn. De Nederlandsche Bank (DNB) is van deze ontwikkelingen op de hoogte gesteld. Swaak waarschuwt dat de bank door dit alles in 2024 waarschijnlijk niet aan zijn kostendoelstelling kan voldoen.

Bij zowel ING als ABN AMRO valt op dat ze de spaarrente bij lange na nog niet zover hebben opgevoerd als de rentetarieven van de ECB zijn opgelopen. ABN AMRO verhoogde de spaarrente begin deze maand bijvoorbeeld naar 1,25 procent, maar er zijn kleinere banken waar de spaarrente al veel hoger ligt. Op de vraag waarom ABN AMRO de spaarrente niet meer omhoog gooit, reageert Swaak enigszins ontwijkend. De hoogte van de spaarrente hangt volgens hem af van „keuzes die elke bank voor zichzelf moet maken”.