Annabel Nanninga wil namens JA21 de Kamerverkiezingen in
Annabel Nanninga heeft gesolliciteerd voor de lijst van JA21 voor de Tweede Kamerverkiezingen. Dat bevestigt zij op X - voorheen bekend als Twitter - na berichtgeving hierover in De Telegraaf. Ze laat ook weten geen interesse te hebben in de positie van lijsttrekker. Nanninga is momenteel fractieleider namens de partij in de Senaat.
„Ja ik heb gesolliciteerd, iets wat intern al voor de val van het kabinet bekend was dat ik dat zou doen”, twittert ze. „En nee ik wil geen lijsttrekker worden, de rest is aan de sollicitatiecommissie.” De politicus zegt desgevraagd dat ze geen verdere vragen wil beantwoorden.
Meerdere Haagse bronnen melden dat niet alle leden de ambities van Nanninga toejuichen. Ze vinden het niet netjes als ze haar baan als fractieleider in de Eerste Kamer hiervoor vroegtijdig verlaat. Bovendien wordt geklaagd over haar harde toon op het gebied van migratie. Wel merkt een bron op dat er weinig alternatieven zijn nu Kamerleden Nicki Pouw-Verweij en Derk Jan Eppink na onenigheid hebben aangegeven zich niet herkiesbaar te willen stellen.
Het is al langer onrustig binnen JA21. Eerder dit jaar stuurden enkele partijprominenten een zeer kritische brief naar het bestuur. Ze klaagden erover dat de macht bij de partij in hun ogen geconcentreerd ligt bij enkele personen. Ze stelden veranderingen voor om de partij professioneler en democratischer te maken. Bij een ledenvergadering zijn die plannen later omarmd door het bestuur en de leden.
Pouw-Verweij was een van de ondertekenaars en vreesde toen dat het alleen bij woorden zou blijven. Haar onvrede was een belangrijke reden om de fractie te verlaten na de verkiezingen in november. Eppink heeft de brief ook ondertekend en heeft eveneens geen interesse in een plek op de lijst.
Fractievoorzitter van de Statenfractie van Noord-Holland van JA21 Daniël van den Berg spreekt zich uit voor de kandidatuur van Nanninga, zijn „oud-collega en mentor” in de provincie. „Ik ken haar tomeloze inzet, strijdvaardigheid en verantwoordelijkheidsgevoel.”