In stilte inhoud van boeken overdenken
Tot rust komt hij met een goed boek. Op de bank, maar liever nog aan de picknicktafel in de tuin. Lennart Alberts (45) uit Werkendam heeft de dagelijkse leiding over BVD advocaten en is ook ouderling in de plaatselijke oud gereformeerde gemeente in Nederland. „Ik houd ervan om langzaam te lezen, de inhoud goed te overdenken en te laten bezinken.”
Alberts woont met zijn gezin sinds een aantal jaren aan de Werkensedijk, een beetje aan de rand van een woonwijk. Het hondje van de familie, een boomer, verwelkomt bezoek luid blaffend. Buiten is het, ondanks de schaduw van enkele fruitbomen, te warm. Een dikke 30 graden. Het weerhoudt Alberts er niet van om nog even te wijzen op zijn favoriete plekje, een picknicktafel midden in de grote tuin. Hij mag er, bij voorkeur ’s avonds in de late uurtjes, graag tot rust komen; alleen en vaak met een boek erbij. Luisteren naar de avondzang van de vogels en kijken hoe de eksters hun jongen voeden. Dan is dit voor mij het beste plekje. Niet alleen in de zomer, ook in het vroege voorjaar, het najaar en zelfs de winter. Dan natuurlijk met een dikke jas aan.”
Binnen is het koeler. De luiken van de fraaie vrijstaande dijkwoning zijn gesloten. Aan de muur van de woonkamer hangt een fors schilderij. ”Gezicht op de Jantjesplaat”, gezien vanaf de polder Pannekoek. Het hart van de Biesbosch, geschilderd door een inmiddels overleden kunstschilder. Veel Werkendamser kan het niet. „Met het gezin gaan we na het avondeten nogal eens die kant op. Niet alleen in de zomer, maar zodra het weer het toelaat. Het is maar tien autominuten hier vandaan. Wandelen, met de kinderen en onze hond. Als je dan terugkomt, heb je het gevoel dat je een hele dag uitgerust hebt.”
De advocaat in hem verloochent zich niet. Alberts heeft zich goed voorbereid, praat bedachtzaam en last soms korte pauzes in om de gevolgen van zijn uitlatingen te overdenken en op de ander in te laten werken. Af en toe gaat zijn bril op en af.
1 Wie ziet u als u in de spiegel kijkt?
„Een in veel opzichten bevoorrecht mens, zeker als ik mijn oog over de wereld laat glijden. Ik ben hier geboren en getogen. Mijn moeder is een echte Werkendamse, mijn vader afkomstig uit Kampen. Ik groeide op in een warme omgeving, waaraan ik veel te danken heb. In mijn vroege jeugd bouwde ik hutten en vlotten in de Biesbosch of speelde in de omgeving – vrije tijd leek toen lang te duren. We waren aangesloten bij de plaatselijke gereformeerde gemeente. Daar bezocht ik de zondagsschool, was lid van kinderkoor Asaf en later van de jeugdvereniging. Ik ging naar de Groenewegenschool in ons dorp en in mijn jeugd zijn vriendschappen ontstaan voor het leven. In het geestelijk klimaat waarin ik verkeerde, was er altijd het besef dat een leven in de eerste plaats een bestemming heeft in de eeuwigheid. Bij mijn huwelijk ben ik via de gereformeerde gemeente in Nederland bij de oud gereformeerde gemeente in Nederland van Werkendam terechtgekomen. Daar ben ik in 2008 tot diaken gekozen en in 2014 tot ouderling. Mijn hart ging altijd al uit naar oudvaders, zowel de Hollandse als de puriteinen, dat trok me sterk in dit kerkverband. Kerkisme is me vreemd, mijn kennissen en vrienden bevinden zich in allerlei kerkverbanden, maar ook daarbuiten. Om met Paulus te spreken: „Maar door de genade van God ben ik wat ik ben.” Het overkomt je. Onverdiend en ondanks mij. Dan blijft verwondering over.”
2 Waar en hoe komt u tot rust?
„Vooral thuis. Het liefst ben ik dan buiten, in de tuin, of we maken een wandeling met het gezin. Ik houd van lezen. Niet om boeken te verslinden, maar om de inhoud in alle stilte te laten bezinken. Slow reading, in minder goed Nederlands. Dan probeer je te overdenken wat je leest. Ik bedoel dat niet vroom, maar dan ontstaan er ogenblikken dat je werkelijk eenzaam maar met God gemeenzaam bent. En dat geeft ook echte rust en anderzijds weer energie om verkwikt je pad te vervolgen.”
3 Wat vindt u belangrijk in uw vakantie?
„Vooropgesteld: ik vind vakantie niet heel belangrijk. Dat wil niet zeggen dat we er niet op uit trekken. Vakantie is voor mij met het gezin op pad gaan, betrokken zijn op elkaar en genieten van wandelingen in de natuur. Als we weggaan, wil ik de tijd graag nuttig besteden en stippel ik de tochten graag nauwkeurig uit naar plaatsen die cultuurhistorisch van belang zijn. Het zijn net excursies, zeggen de kinderen. Toen ze klein waren gingen we veel naar kastelen. In later jaren bezochten we Auschwitz en Krakau, Genève, Heidelberg en Rome. Natuurlijk afgestemd op mijn eigen behoeftes en wensen, maar vooral ook om de kinderen iets mee te geven.
Het is belangrijk om je wortels te kennen. Zoals Job zegt: „Verheft zich de bieze zonder slijk?” Vakanties geven belangrijke gezinsmomenten. Mijn werkdagen zijn behoorlijk gevuld, overdag en ook ’s avonds. Met het werk, leidinggeven, ambtelijke bezigheden en enkele bestuursfuncties. Dan hoor ik mezelf tegen anderen zeggen dat vaders in het gezin moeten zijn. En voel ik mezelf daarin tekortschieten, zeker als ik zie hoe snel de kinderen groot zijn.”
4 Welk boek ligt er momenteel op uw nachtkastje?
„Niet op mijn nachtkastje, wel op mijn bureau. Ik lees op vrije momenten de hele week door, vooral op zaterdag en zondag. Momenteel ben ik bezig in ”Paulus. Een biografie” van Tom Wright. Steeds lees ik er dan ook enkele andere boeken bij. In dit geval de Galatenbrief van Luther, ”Kompas voor kolonisten” van ds. P. den Butter en natuurlijk de Handelingen der apostelen. Door andere bronnen te raadplegen, krijg ik een plaatje van 360 graden over de betekenis en het werk van Paulus. Eerder heb ik me op dezelfde wijze verdiept in het leven van ds. H.F. Kohlbrugge, ook weer op een thematische wijze, waarbij ik me vooral gericht heb op zijn preken. Andere schrijvers die me boeien zijn bijvoorbeeld Hugo Binning, Elisabeth Elliot en C.S. Lewis.”
Hij wijst naar de vloer onder de salontafel. Kriskras liggen er boeken, soms vermengd met enkele tijdschriften, opgestapeld. „Er ligt hier een grote verscheidenheid. Ook voor het preeklezen is het verstandig een grote voorraad prekenboeken in huis te hebben. Soms krijg ik als het ware zo een preek aangereikt, waar mijn gedachten bij blijven haken. Maar het gebeurt ook wel dat ik op vrijdag- of zaterdagavond meer aan het zoeken dan aan het lezen ben. Dat houdt je afhankelijk en bewaart je ervoor om te denken dat je alles onder controle hebt. Het laat me weleens met lege handen staan en beseffen dat het een stukje ambtelijk werk is; ik ontleen er niet mijn identiteit aan. Die ligt in een Ander. Het is jouw wijngaard immers niet. De Heere zorgt Zelf voor Zijn werk. Dat geeft dan een stukje ontspanning.”
5 Met welke persoon uit heden of verleden zou u weleens (hebben) willen praten?
„Dat zijn er meerdere, eigenlijk een heel rijtje. Ik zal me beperken tot de twee die als eerste in me opkwamen. Ik moet direct denken aan mijn grootvader, C. Holster. Over hem is een stukje geschreven in een herdenkingsboekje dat verscheen bij het honderdjarig bestaan van de gereformeerde gemeente van Werkendam, enkele jaren geleden. Hij is helaas overleden toen ik 18 was. Ik bracht vanaf mijn twaalfde iedere zondag een deel van de dag bij hem thuis door. Het was een man van weinig woorden, maar wat hij zei was raak, treffend en getuigde van wijsheid in geestelijke zaken. Hij las niet heel veel, maar overdacht des te meer. Ik kon alles tegen hem zeggen en hij begreep me. Nog regelmatig kom ik zaken tegen waarvan ik denk: wat zou opa hiervan vinden of ondervind ik dingen die ik graag met hem zou willen delen.
Nu ik me verdiep in het leven en werk van de apostel Paulus, vind ik het steeds fascinerender hoe hij een brug wist te slaan vanuit het Jodendom naar de heidense wereld. Paulus bracht een boodschap die voor de Joden geen nieuwe godsdienst betekende, maar een voortzetting ervan door het geloof in de Heere Jezus, de Zoon van God. Tegelijkertijd bracht hij een nieuwe godsdienst voor de heidenwereld en legde hij door middel van het Evangelie de verbinding tussen de Joden en de heidenen. De kern van die boodschap bleef immers hetzelfde: het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. Hoe moeten wij met die lessen omgaan?
Ik woon in Werkendam, midden in de reformatorische gezindte met allerlei gewoontes. We hebben echter niet alleen binnen de eigen kring een roeping, maar ook ten opzichte van onze niet-gelovige medeburgers. Wat betekenen de opvattingen van Paulus als het gaat om bijvoorbeeld de verschillende Bijbelvertalingen en het bereiken van die medeburgers? Persoonlijk heb ik daar niet meteen antwoorden voor klaar liggen. Ooit heb ik een dienst van Tim Keller in Manhattan bijgewoond. De wijze waarop hij het Woord bracht binnen zijn omgeving, sprak me aan. Hij gebruikte niet alleen het taalkleed dat zijn hoorders verstonden, maar paste dat toe op hun leefwereld, hun culturele context. Zonder overigens oppervlakkig te zijn, want de kern van de prediking werd zonder meer geraakt. Zou dat misschien zijn wat Paulus bedoelt in 1 Korinthe 9 met „Dengenen die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet zijnde (Gode nochtans zijnde niet zonder de wet, maar voor Christus onder de wet), opdat ik degenen die zonder de wet zijn, winnen zou”?
Je hoort, mijn stelligheid ben ik in de loop der jaren wel kwijtgeraakt. Ik hamer graag op bescheidenheid. Wij zijn in de reformatorische gezindte ontzettend bevoorrecht met onze eigen scholen, politieke partij, tal van stichtingen tot behoud van dit en dat enzovoort; de dingen lijken dan zo vanzelfsprekend, maar vergeten we daarmee niet ‘onze buurman’? En wat vraagt de Heere nu eigenlijk van ons? Laten we maar in bescheidenheid gevolg geven aan de roeping om ootmoediglijk te wandelen met God. En laat ons maar veel de vraag stellen of er een goede reuk uitgaat van onze stelligheid; zijn wij wel zoutend zout?”
6 Waar luistert u naar?
„Ik ga niet heel erg op in muziek. Ik houd van rustig pianospel tijdens een lange autorit en hoor graag psalmgezang. In dat laatste wordt Gods Woord vertolkt. Ik heb verder veel waardering voor Johann Sebastian Bach. John Elliott Gardener schreef een boek over hem, getiteld ”Een wenk van de hemel”. Zijn werk blijft magistraal en als je leest op welke manier Bach zich liet inspireren door Gods Woord en als componist zocht naar vertolking van Gods Woord in muziek, dan vind ik die titel treffend gekozen.”
7 Wat is de missie van uw leven?
„Als ik maar nuttig ben. Dat is verbonden aan zondag 12 van de Heidelbergse Catechismus. Aan de vraag: „Waarom word ik een christen genaamd?” Het antwoord is dan: „Omdat ik door het geloof een lidmaat van Christus en alzo Zijner zalving deelachtig ben”. Maar daar stopt het antwoord niet. Het gaat verder met het ”opdat” – vrij vertaald is het doel dan om Zijn Naam te belijden, om mijn leven aan Hem te wijden en tegen de zonde te strijden. Dat heeft een relatie met het ambt van alle gelovigen. Het is een vraag die ik telkens voor de Heere mag neerleggen. In het besef dat ik niet eerst zelf aan de slag moet gaan en dan om een zegen vragen –wat mij maar al te vaak overkomt– maar eenvoudig: „Heere, wat wilt u dat ik doen zal?” In mijn gezin, in de gemeenschap en op kantoor.”
8 Welke Bijbeltekst betekent veel voor u?
„Er zijn heel veel Bijbelteksten belangrijk voor me, maar één springt er uit. Dat is Jesaja 55:3, de tekst die ds. J. Roos meegaf in onze huwelijksdienst: „Neigt uw oor en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven.” Ook het tweede deel van de tekst bevat een belofte: „Want Ik zal met u een eeuwig verbond maken en u geven de gewisse weldadigheden van David.” Er is geen mooiere toekomst denkbaar dan de vervulling van deze belofte. Ik kan soms in verwondering naar de woorden van deze tekst kijken. Dat is Gods Woord tot ons, tot mij en mijn vrouw, door een predikant in Zijn voorzienigheid gekozen. Het is een wonder om dat Woord ontvangen te mogen hebben.”
9 Terugkijkend op de voorbije jaren: wat was een diepte- en wat een hoogtepunt?
„Ik heb, voor zover ik dat kan beoordelen, een redelijk gelijkmatig karakter. Dat kenmerkt zich niet door hoogtes en dieptes. Momenten als onze huwelijksdag en de geboortes van de kinderen kunnen me wel echt ontroeren. Ook is het bijzonder dat van mijn vrouw en mij beide ouders nog in leven zijn, evenals de broers en zussen. Echte dieptepunten heb ik in dat opzicht niet kunnen ontdekken. Wel sterfgevallen in de nabije omgeving. Natuurlijk zijn er gebeurtenissen geweest in ons huwelijksleven die impact hadden. Zo hebben we het tempo waarin we leefden, moeten bijstellen. Maar door de wijze waarop dat dan verloopt, kun je dat achteraf ook zien als een hoogtepunt. Iets anders is de verwoestende brand van een enkele week geleden waarbij de boerderijen van onze naaste buren zijn verbrand. Dat is ingrijpend. Tijdens de brand kwam de hulpverlening al op gang, waardoor in een enkel uur tijd een vervangende woning klaarstond, ingericht en wel voor het gezinshuis. De gemeenschapszin in ons dorp is hartverwarmend. Dat moet genoemd worden en wie wijs is merkt het op.”
10 Hoe kijkt u naar de toekomst?
„Het is maar vanuit welk perspectief je ernaar kijkt en waar je op inzoomt. Als het gaat om de toekomst van de wereld, kan ik niet anders dan somber zijn. We zijn niet in staat de wereldvrede of de wereld zelf te bewaren. In het licht van de eeuwigheid kan het echter niet anders dan goed gaan. De Schepper van hemel en aarde heeft alles in Zijn hand, bestuurt alles en Zijn Woord blijft tot in eeuwigheid.
Persoonlijk word ik weleens getroffen door de enorme uitdagingen waar we voor staan als het gaat over opvoeding, jeugd en de razendsnelle ontwikkelingen in de techniek; waar moet dit eindigen? Maar dan mag het ook zijn: „Tot U, o HEERE, hef ik mijn ziel op” Er zijn momenten dat Gods Woord een snaar in me weet te raken en dat ik een zeker heimwee gevoel. Om afscheid te nemen van deze wereld, te worden opgenomen en Zijn lof te mogen verkondigen. Dat overstelpt me dan en doet me de apostel Johannes nazeggen: „Ja, kom, Heere Jezus!””