Oppositie Friesland ontevreden over hoge uitgaven nieuwe coalitie
De oppositie in de Friese Provinciale Staten vindt dat de nieuwe coalitie van BoerBurgerBeweging (BBB), CDA, Fryske Nasjonale Partij (FNP) en ChristenUnie (CU) te veel geld wil gaan uitgeven. In het akkoord staat dat 175 miljoen euro wordt geïnvesteerd vanuit de vrij aanwendbare reserves, waardoor de spaarpot van de provincie daalt tot het wettelijke minimum.
De oppositiepartijen zijn bijna allemaal verontwaardigd dat zoveel wordt uitgegeven, maar dat er nog geen concrete plannen voor zijn gemaakt. Het akkoord op hoofdlijnen zou nog deels ingevuld kunnen worden door de Provinciale Staten, „maar waar zit de ruimte voor de Staten als al het geld uit de reserves al wordt uitgegeven”, zei Klaas Zwart van de PvdA. De oppositie was ook niet te spreken over het „zakgeld” van de gedeputeerden voor het gebied dat zij toegewezen hebben gekregen. „Als mensen geld willen krijgen voor hun plannen, krijgen ze dat van de provincie, niet van een gedeputeerde. Dit is Victor Orbán aan de Tweebaksmarkt”, zei VVD-Statenlid Eric ter Keurs.
Avine Fokkens van de VVD noemde het een „calimeroakkoord”, omdat er door het gebrek aan plannen volgens haar amper van een bestuursakkoord kan worden gesproken. Meerdere partijen zeiden dat een akkoord op hoofdlijnen goed is, maar dat dit plan nog vaag is en dat er wel heel weinig in staat.
BBB-fractievoorzitter Abel Kooistra verdedigde het akkoord door te zeggen dat de reserves „voldoende blijven”. „En we gaan er alles aan doen om aan het einde van de bestuursperiode de reserves weer op ruim voldoende te hebben.” De kritiek die daarop kwam, was dat niet duidelijk is hoe de coalitie dat wil doen.
Om invulling te geven aan het akkoord moet er onder meer geld uit Den Haag en Brussel komen, zei Kooistra. Danny van der Weijde van D66 vroeg zich af hoe Friesland het eigen beleid kan maken, als er geen concrete plannen zijn en voor alles geld moet worden opgehaald in Den Haag of Brussel. „Gaan zij dan niet ons beleid maken?” Meerdere partijen voegden daaraan toe dat ook in Den Haag weinig geld uit te geven is. „Wat doet het college als er geen geld van het Rijk komt?”