NS–topman: Geen spectaculaire verbeteringen mogelijk
Treinreizigers hoeven niet te rekenen op spectaculaire verbeteringen in de dienstverlening van de Nederlandse Spoorwegen. De vervoerder zal dit jaar wel meer treinen op tijd laten rijden of de conducteur vaker langs laten komen, maar een forse kwaliteitssprong zoals in 2004 zit er nu en in de toekomst niet in.
NS–topman Aad Veenman vergelijkt zijn bedrijf met een auto die dicht tegen zijn maximumsnelheid aanzit. „Je kan dan bijna niet sneller", zei hij donderdag tegen het ANP.
Dat komt ook naar voren in het vervoerplan dat de NS bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft ingeleverd. In dit plan beschrijft de NS wat het bedrijf dit jaar gaat doen. Reizigers kunnen ervan uitgaan dat de NS eind 2005 beter presteert, lichtte Veenman toe. Maar omdat de prestaties van de NS de afgelopen tijd flink zijn toegenomen, zal „de mate van verbeteringen afnemen", aldus Veenman. Het vervoerplan is realistisch en ambitieus, stelt hij. „We moeten wel alle zeilen bijzetten."
De NS wordt afgerekend op het aantal treinen dat op tijd rijdt. Afgelopen jaar was dat 86 procent. De bovengrens van de punctualiteit is volgens de topman ongeveer 89 procent.
„De NS heeft geen invloed op het weer. Als er door een storm een boom op het spoor valt, komt het treinverkeer stil te liggen. Dat kost je zo een paar procenten." Ook aanrijdingen zullen het bedrijf parten blijven spelen. Als de punctualiteit tot meer dan 89 procent moet worden opgekrikt, zijn enorme aanpassingen aan het spoor nodig. Veenman: „Er moeten dan overal vier sporen komen te liggen. Maar dat is niet realistisch."
Ook de informatieverstrekking bij omvangrijke vertragingen ligt volgens Veenman al op zo’n hoog niveau dat verbeteringen nauwelijks mogelijk zijn. „In bijna 100 procent van de treinen die in een weiland stil komen te staan, wordt omgeroepen wat er aan de hand is."
Maar lang niet alle vertragingen worden omgeroepen. Dat hoeft van Veenman ook niet. Passagiers zitten volgens hem niet op mededelingen te wachten als de trein bijvoorbeeld één minuut te laat is. „Dat levert alleen maar veel onrust en lawaai op." De NS streeft ernaar in 50 procent van alle vertragingen reizigers te informeren over de situatie.
Ook de kans dat een reiziger elke dertig minuten in de trein een conducteur tegenkomt, hoeft wat Veenman betreft geen 100 procent te zijn. Dat zou betekenen dat een passagier op het traject Den Haag–Maastricht vijf of zes keer om zijn kaartje zou worden gevraagd. „Daar wordt de reiziger gek van", aldus de bestuursvoorzitter. Realistischer is volgens hem om te streven naar een trefkans van 60 procent.