Door werkgevers opgezette bonden, ook wel „gele vakbonden” genoemd, kunnen volgens ITUC de onderhandelingspositie van werknemers ondermijnen. Als die bijvoorbeeld staken of andere acties voeren voor betere arbeidsvoorwaarden, hebben werkgevers de mogelijkheid om het op een akkoord te gooien met een gele vakbond. Cao-overeenkomsten tussen werkgevers en ondernemingsraden, die in Nederland ook mogelijk zijn, gaan volgens ITUC eveneens tegen werknemersrechten in. Maar in de Nederlandse wetgeving ontbreekt het aan duidelijke regels die stellen dat alleen onafhankelijke vakbonden cao’s mogen afsluiten.

Als voorbeeld noemt ITUC een poging van touroperator TUI om in Nederland alleen met leden van de ondernemingsraad te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden. Vakbond FNV vond dit niet kunnen en stapte naar de rechter en kreeg uiteindelijk gelijk.

Dat Nederland in de tweede categorie valt van de mondiale ranglijst van ITUC, betekent dat hier herhaaldelijk werknemersrechten worden geschonden. Andere landen op dit niveau zijn bijvoorbeeld Frankrijk, Ghana, Malawi, Zwitserland of Taiwan. Volgens FNV is het onwaarschijnlijk dat Nederland snel weer een trede hoger komt te staan, omdat de overheid te weinig doet tegen de verslechtering van arbeidsvoorwaarden van veel werknemers.

Buurland Duitsland is een van de slechts negen landen die in de eerste categorie vallen. Hier komen schendingen van werknemersrechten volgens de internationale confederatie van vakbonden „sporadisch” voor. Turkije, Bangladesh, Belarus en Myanmar zitten bij de tien landen waar de werknemersrechten het slechts worden beschermd. Hier moeten vakbondsleden vrezen voor arrestaties of geweld.