Onderzoek bij universiteiten Utrecht en Wageningen naar wolf
De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht en Wageningen Environmental Research (WENR), een onderzoeksinstituut van de Wageningen Universiteit, doen onderzoek naar de wolf die zondag in Drenthe is doodgeschoten. In Utrecht wordt sectie gedaan op het kadaver van de wolf en WENR doet het DNA-onderzoek. De provincie Drenthe heeft om een spoedanalyse van het DNA gevraagd, zodat in elk geval zo gauw mogelijk vaststaat of het doodgeschoten dier inderdaad een wolf was.
WENR doet altijd DNA-onderzoek na een wolvenaanval. De Utrechtse faculteit Diergeneeskunde onderzoekt een eventueel wolvenkadaver. Tot nu toe waren dat meestal slachtoffers van een ongeluk. Eenmaal kwam een doodgeschoten wolf binnen die gevonden was bij Stroe. Gewoonlijk worden de resultaten van de onderzoeken na enkele maanden bekendgemaakt, maar omdat het hier om een bijzonder geval gaat, zullen de uitslagen er over ongeveer twee weken wel zijn, verwacht BIJ12, het bureau dat wolvenzaken voor de provincies afhandelt.
Voor het DNA-onderzoek zijn (speeksel)monsters van het gedode dier genomen. Onderzoek op het DNA wijst uit of het inderdaad een wolf was die zondag is gedood en of het een mannetje of een vrouwtje was.
Ook kan vastgesteld worden waar de wolf vandaan is gekomen. Dat is mogelijk omdat van alle wolven die ooit zijn opgedoken in Europa een DNA-profiel wordt bijgehouden door het CEwolf-consortium. CEwolf staat voor Centraal-Europese wolvenpopulatie en strekt zich uit over West-Polen, Duitsland, Denemarken en de Benelux. De wolf in Wapse heeft DNA van een vader en een moeder en zo kan bepaald worden of het een voor Nederland nieuw dier was of een nakomeling uit een bekend wolvenpaar. Vermoedelijk hoorde de doodgeschoten wolf bij de roedel in het Drents-Friese Wold, aangezien Wapse daar niet ver vandaan ligt. De provincie Drenthe heeft gevraagd om ook dit onderzoek met spoed af te ronden.
Onderzoek op het kadaver is nodig om te zien of het dier mogelijk iets onder de leden had, waardoor hij eerder geneigd was te bijten. Ook kan vastgesteld worden of de wolf gewond is geraakt doordat de schapenhouder het roofdier probeerde te verdrijven met een schep. Sinds de wolf is teruggekeerd naar Nederland is nooit eerder een mens gebeten. Wolvenkenners stellen dat de wolf niet aanviel, maar zich verdedigde tegen een aanval.