De rechtbank stelde eerder vast dat de mannen opdrachten uitvoerden die afkomstig waren uit het criminele circuit. De bedoeling van de aanslagen zou zijn geweest om de slachtoffers angst aan te jagen of een boodschap over te brengen. De bewoners van de getroffen woningen waren tijdens de aanslagen thuis maar bleven ongedeerd.

Het hof ziet de 34-jarige Arnhemmer als hoofdverdachte omdat hij fungeerde als tussenpersoon en zijn mededader instrueerde over hoe hij de branden kon stichten. De man krijgt zeventien jaar cel en wordt onder meer veroordeeld voor het plegen van drie brandstichtingen en het medeplegen van poging tot moord. De 33-jarige Roemeen krijgt een gevangenisstraf van tien jaar voor het medeplegen van twee pogingen tot moord.

De rechtbank legde de mannen in 2020 lagere straffen op van vijftien en acht jaar cel. Het hof oordeelt dat hogere straffen passend zijn „bij deze ernstige feiten die enorme indruk hebben gemaakt op de slachtoffers en die de samenleving ernstig hebben geschokt. Dit besef lijkt op geen enkel moment bij de mannen binnen te zijn gekomen.”