Dat zei woordvoerder onderwijs J. de Vries van het CDA woensdag op een bijeenkomst van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Opvoedingsondersteuning is volgens De Vries ook geboden als kinderen uit zichzelf racistisch gedrag vertonen en ouders dit onvoldoende corrigeren.

Ook scholen moeten volgens De Vries bijdragen aan het verminderen van discriminatie en racisme. De CDA’er verwees daarbij naar een recente kamerdiscussie over kerndoelen in het lager en voortgezet onderwijs. „Dankzij de vaste onderwijscommissie van de Kamer is het vergroten van de historische kennis over bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog nu expliciet geformuleerd als een van de nieuwe doelen. Als scholen daarmee aan de slag gaan, werpt dat zeker zijn vruchten af.”

Wel beklemtoonde De Vries dat het probleem van racisme en discriminatie niet eenzijdig mag worden neergelegd bij scholen. „Het is niet goed één antidiscriminatieconcept te ontwikkelen dat alle scholen vervolgens verplicht krijgen opgelegd.”

De CDA’er nam daarmee afstand van zijn PvdA-collega Hamer, die wil dat scholen wettelijk worden verplicht een bijdrage te leveren aan de integratie. „Alleen dan kunnen ze ook aanspraak maken op financiële overheidssteun”, zei Hamer tegen De Vries.

Als scholen zich beperken tot het actualiseren van hun geschiedenisonderwijs is dat onvoldoende, stelde Hamer. „Het organiseren van ontmoetingen tussen kinderen uit verschillende culturen is een plicht voor elke school.”