Jetten: dit jaar afspraken over ‘stikstofvoorrang’ groene projecten
Groene energieprojecten moeten „de komende tijd” sneller aan een stikstofvergunning komen. Energieminister Rob Jetten verwacht hier nog dit jaar afspraken over te kunnen maken met provincies. Het kabinet krijgt volgens Jetten vanuit Brussel „meer ruimte” om de bouw van windmolens onder nationaal of publiek belang te laten vallen, waardoor vergunningverlening voor de energietransitie voorrang kan krijgen.
„We hebben de afgelopen tijd gewoon gezien dat de stikstofcrisis de energietransitie kan vertragen”, zegt Jetten tijdens zijn persconferentie over het nieuwe energiesysteem. „Omdat vergunningverlening langzamer gaat, veel extra onderzoek moet worden gedaan en soms vergunningverlening überhaupt niet van de grond komt.”
Binnenkort speelt dat probleem veel minder, verwacht Jetten. Hoewel bij de aanleg van groene energieprojecten, zoals windparken en zonnevelden, stikstof wordt uitgestoten, kunnen ze op termijn juist stikstof besparen. „Meer duurzame energie betekent uiteindelijk minder CO2-uitstoot, maar ook minder stikstofuitstoot. Als de industrie versneld verduurzaamt, heeft dat zijn effect op de stikstofuitstoot van de industrie.” De komende tijd verwacht de bewindsman dus „weer meer tempo te kunnen maken met de vergunningverlening voor de energietransitie”.
De industrie moet sowieso aan de bak, gaf Jetten aan. Om goed gebruik te kunnen maken van elektriciteit die door windparken op zee is opgewekt, en die projecten genoeg perspectief te geven, moeten zogenoemde energieclusters snel met een duidelijker tijdpad komen voor hun verduurzamingsplannen.
Jetten hield maandag zijn tweede klimaatpersconferentie, ditmaal over de plannen van het kabinet om het energiesysteem te verbouwen zodat dit beter is toegerust op groene energiebronnen. Hierbij gaat de overheid zelf ook een grotere en „meer sturende” rol spelen.