Raad: beperking onderwijsaanbod wegens lerarentekort is optie
Om het lerarentekort het hoofd te bieden, zou beperking van het onderwijsaanbod kunnen worden overwogen. Die suggestie doet de Onderwijsraad. De leerlingen hebben dan minder uren les, terwijl het aantal uren van de leerkrachten gelijk blijft, zodat ze meer armslag hebben.
„In het Nederlandse onderwijs klinken vaak zorgen over de overladenheid van het onderwijsaanbod en de grote maatschappelijke verwachtingen van scholen”, schrijft de raad in de verkenning Schaarste schuurt. „Bij maatschappelijke kwesties is de reflex al snel dat het onderwijs moet bijdragen aan de oplossing - zeker ook vanuit de politiek. Denk aan lessen over gezonde voeding om obesitas tegen te gaan, financiële educatie, aandacht voor radicalisering, en inspanningen in het kader van armoedebeleid.”
Ouders hebben ook aanvullende verwachtingen. Het onderwijs kan echter niet alles op zich nemen, aldus het adviesorgaan. „Momenteel ontbreekt het in politiek en samenleving aan besef aan wat redelijkerwijs van het onderwijs verwacht kan worden”, stelt de raad verder. Maar de scholen profileren zich ook met extra aanbod om leerlingen te trekken. En leerkrachten voelen maatschappelijke verwachtingen vaak als opdrachten „terwijl ze dat niet zijn”.
Het ministerie van Onderwijs noemt het rapport „interessant” en gaat de voorstellen van de raad bekijken. „Het sluit ook aan bij de acties die wij vanuit het ministerie in gang hebben gezet, waaronder een inspanning van alle betrokkenen bij de ontwikkeling van leraren en het stimuleren van zij-instromers.”
Een combinatie van beperking van het aanbod, vermindering van de lestijd én extra inzet van anderen, zou ook nog kunnen. „Dan gaan leerlingen bijvoorbeeld vier dagen naar school en is er de vijfde dag wel een programma op school, maar dat vormt geen onderdeel van het onderwijsaanbod”, denkt de raad. „Dit hoeft niet te worden verzorgd door bevoegde leraren, en hoeft ook niet per definitie voor alle leerlingen verplicht dan wel beschikbaar te zijn. „
De tekorten zijn ongelijk verdeeld, maar zouden een zaak van alle scholen samen moeten zijn om kansenongelijkheid voor de kinderen te bestrijden. „Prijs je als school of bestuur dus niet rijk als je (nog) geen last hebt van tekorten, maar toon je solidair en schiet de scholen en besturen te hulp die er wel mee te maken hebben”, zegt voorzitter Edith Hooge. Ook het ministerie wijst er nog eens op dat de tekorten in de grote steden „nijpender zijn”.