Akkoord met NAM over vergoeding van schade door bodemdaling
Overheden en havens in de provincie Groningen hebben overeenstemming bereikt met de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) over een vergoeding tot een half miljard euro aan bodemdalingsschade door gaswinning. Het akkoord houdt in dat als de NAM schadevergoeding moet betalen op basis van een overeenkomst uit 1983, de partijen de garantie hebben dat de NAM kan voldoen aan deze verplichting.
Het gaat om schade aan infrastructuur als dijken, bruggen en gemalen. Het akkoord met de NAM, eigendom van Shell en ExxonMobil, is gesloten door de provincie, de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s en Groningen Seaports.
In de overeenkomst uit 1983 worden momenten genoemd waarop de partijen financiële zekerheid kunnen eisen van de NAM, waaronder het beëindigen van de gaswinning uit het Groningenveld. Nu het kabinet heeft besloten dat de gaswinning uit het Groningenveld ten einde loopt, hebben genoemde partijen besloten financiële zekerheid te eisen.
Die bestaat uit een zogeheten minnelijke regeling en een bankgarantie. De hoogte van de bankgarantie wordt verlaagd na iedere schadevergoeding die wordt uitgekeerd na beoordeling door de commissie bodemdaling.
Die commissie onderzoekt wat de kosten van claims voor bodemdalingsschade zullen zijn. Zodra dat is afgerond, bepaalt de commissie het uiteindelijke bedrag waarvoor NAM garant moet staan. Het uiteindelijke bedrag zal nooit hoger zijn dan 574,3 miljoen euro. Dat is de som die resteert van het totale bedrag dat de NAM beschikbaar heeft gesteld onder de overeenkomst.