Vooral de partijen die niet deelnemen aan de coalitiebesprekingen in de provincie stelden woensdag dat Drenthe daarmee de regie uit handen geeft. De provinciebestuurders die verwachten dat binnen enkele weken een nieuwe coalitie wordt gesloten, stellen echter dat het „niet goed voelt” om nu al doelstellingen en bedragen in te vullen. Ook het ontbreken van een landbouwakkoord en de onduidelijkheid over de zogeheten PAS-melders hinderden een duidelijker invulling van het plan.

„Maar duidelijkheid is er allang, we weten allang dat we veel minder dieren moeten gebruiken en minder gif, dat we toekomstbestendige landbouw moeten hebben. Als je dat niet weet, heb je onder een hunebed gelegen”, stelde Renate Zuiker van de Partij voor de Dieren. Ook andere partijen verweten het provinciebestuur een gebrek aan ’lef’ in de DPLG. „Hiermee stelt Drenthe zich ontzettend kwetsbaar op”, vond SP’er Henk van de Weg.

Gedeputeerde Henk Jumelet (natuur) verzekerde dat het geld uit het zogeheten transitiefonds waaruit de maatregelen worden bekostigd ook naar Drenthe komt, zelfs als de provincie nu niet om precieze bedragen vraagt. Mogelijk stuurt een nieuw provinciebestuur snel een nader ingevuld plan naar het Rijk. Hij wilde het bedrag waaraan het provinciebestuur denkt niet in het openbaar noemen, maar wel in de wandelgangen aan de Statenleden verklappen.

Sterk Lokaal Drenthe pleitte ervoor niet alleen de natuurbelangen te laten meewegen in de discussie. „Drenthe is niet alleen een natuurreservaat, er moet balans gevonden worden”, zei Alfred Schoenmaker van de partij. „We moeten ons niet alleen op natuurdoelen richten, de vergunningverlening moet weer op gang komen”, vond ook VVD’er Roelof Oosting.

De BoerBurgerBeweging (BBB), veruit de grootste partij in het Drents Parlement, vindt ook dat de invulling van het gebiedsplan een taak voor het nieuwe provinciebestuur is. „Onteigening komt in het woordenboek van BBB niet voor”, wilde Willem Vossebeld wel vast kwijt.