Links blok en BBB willen miljarden in pot voor armoedebestrijding
Meevallers van bij elkaar ruim 3,4 miljard euro op de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid moeten opzij worden gezet voor armoedebestrijding, en niet worden gebruikt om gaten elders te dichten of de staatsschuld te verkleinen. Dat vinden de oppositiepartijen PvdA, GroenLinks, BBB, Partij voor de Dieren en DENK, die daarvoor samen een wijzigingsvoorstel (amendement) indienen.
Volgens de voorjaarsnota die onlangs naar de Tweede Kamer werd gestuurd, heeft het departement dit jaar per saldo 3,4 miljard euro minder nodig. Dat geld wil het kabinet van de begroting afhalen en voor andere zaken gebruiken. De oppositiepartijen noemen dat „onverstandig, zeker in tijden waarin de armoede fors oploopt.”
De oppositie vroeg het kabinet al in het debat over de voorjaarsnota om voor de zomer met aanvullend armoedebeleid te komen. De coalitiepartijen willen zich daar evenwel pas over buigen als er nieuwe ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) beschikbaar zijn, én de bevindingen van een commissie die onderzoekt hoe hoog het sociaal minimum zou moeten zijn.
De linkse partijen en BBB willen nu al „meer zekerheid” dat er ook echt stappen worden gezet om armoede tegen te gaan. „Er is niets extra’s gereserveerd”, zegt GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee. „We moeten maar hopen dat het kabinet straks ergens mee komt.” De gang van zaken in de afgelopen jaren geeft hem daarin „onvoldoende vertrouwen”.
Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) benadrukt dat bij alle bezuinigingen in de voorjaarsnota, armoedebestrijding juist buiten schot is gebleven. Zij verzekert dat het kabinet zich er „zeer van bewust” is dat de armoede toeneemt als er geen aanvullend beleid komt. „Daar zijn we mee bezig, dat zien we. En we zijn nu aan het bedenken hoe straks het pakket in augustus eruit moet zien.”
Een toename van de armoede is „ook voor D66 geen acceptabele uitkomst”, zegt Kamerlid Steven van Weyenberg. „De hele Kamer vindt dat.” Maar ook hij houdt vast aan besluitvorming in augustus. Hij wijst er bovendien op dat de linkse partijen eerder pleitten voor structurele maatregelen, gedekt door hogere lasten op vermogen. „Dat sprak mij een stuk meer aan.”
In de nieuwe Eerste Kamer heeft BBB zestien zetels en de gezamenlijke fractie van PvdA en GroenLinks veertien. Zonder steun van een van deze twee fracties is het voor het kabinet nagenoeg onmogelijk om tot een meerderheid te komen in de senaat.
Een tegenstem in de Eerste Kamer blijft niet zonder consequenties, waarschuwt minister Carola Schouten (Armoedebeleid). Een hoop „belangrijke maatregelen” tegen armoede gaan dan niet door.