Kaag pleit voor sterkere rol Europese Commissie bij grotere EU
De Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie, moet een sterkere rol krijgen als de EU verder uitbreidt tot 35 of meer lidstaten, vindt minister Sigrid Kaag (Financiën). De volgende commissie, die na de Europese verkiezingen in 2024 zal aantreden en nieuwe prioriteiten zal stellen, moet hierover al gedachten ontwikkelen.
Dat zei Kaag in een speech ter gelegenheid van de afsluiting van het academisch jaar van het prestigieuze Europacollege in het Belgische Brugge. „Nederland ondersteunt het perspectief op toetreding van de landen in de westelijke Balkan en de nieuwe potentiële kandidaat-lidstaten Oekraïne, Moldavië en Georgië”, hield de D66-leider haar gehoor voor. Maar uitbreiding moet wel goed worden voorbereid, om te zorgen „dat de unie niet alleen groter, maar ook sterker en slagvaardiger wordt”. Vanuit een stevig financieel-economisch fundament en een goed functionerende rechtsstaat, die ze essentieel acht voor de welvaart en stabiliteit in de regio op lange termijn.
Een sterk Europa is ook voorbereid op geo-economische verschuivingen, op klimaatverandering en op nieuwe technologieën, stelt Kaag in haar speech, zoals de gevolgen van kunstmatige intelligentie (AI). „Laten we daar, anders dan bij het klimaat, tijdig bij zijn. Laat dit niet iets zijn dat ons overkomt, maar iets dat we sturen.” Ze riep banken, pensioenfondsen en verzekeraars op vervuilende industrieën te stimuleren om te verduurzamen of niet langer te financieren. De private sector speelt een cruciale rol om verdere klimaatverandering een halt toe te brengen, aldus de bewindsvrouw.
Om de digitale en groene transitie aan te jagen moet de EU volgens Kaag optimaal gebruikmaken van de bestaande middelen, „binnen de bestaande kaders, waarbij het belangrijk is om voldoende steun te blijven bieden aan Oekraïne.” Een nieuwe commissie moet straks „het debat durven voeren” over politieke prioriteiten, zei ze. „Dus niet alleen besluiten over de hoeveelheid geld, maar ook over waar we het geld wel en niet aan moeten uitgeven voor een toekomstbestendige unie.”