De stad start met in totaal vijftig projecten die zijn gericht op aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering. Hierbij valt te denken aan het aanleggen van extra en meer gevarieerd groen, maar ook aan technische oplossingen, zoals waterbergingen. Verder komt er veertig hectare bijenlandschap bij door het bestaande bloemen- en kruidenrijke graslandschap in de stad te groter te maken.

Een van de opvallendste vergroeningen speelt zich af op en rond het Hofplein. Op het nu drukke verkeersplein, met de volgens Rotterdam „iconische” fontein in het midden, komt beduidend meer ruimte voor fietsers en wandelaars en krijgt de auto minder ruimte. Het plein zal niet langer een doorgaande route zijn. Het doel is het autoverkeer daar met 40 procent te verminderen. In totaal krijgen 15 pleinen verdeeld over de stad een vergroeningsslag.

Het college wil extra groen realiseren in parken en op boulevards, maar ook in de straten dicht bij de bewoners. „Groen is belangrijk voor de kwaliteit van de stad, en het kan vele functies hebben”, staat in de nota. Zo zou het moeten zorgen voor een aantrekkelijkere woonomgeving, waterberging en preventie van hittestress, mogelijkheden voor sport, spel en recreatie, een hogere waarde van vastgoed en een toenemende biodiversiteit.

De groenagenda is een aanvulling op bestaande plannen. In 2020 besloot Rotterdam 233 miljoen euro te steken in zeven stadsprojecten om de stad te vergroenen. Er kwamen projecten voor het Alexanderplein, Rijnhavenpark, de Hofbogen, Maashavenpark, Hofplein/Westblaak, Schouwburgplein en Getijdenpark Feyenoord.

De kosten van de projecten zijn onder meer door de inflatie flink hoger dan aanvankelijk gedacht. Het college besloot daarom dat de projecten op de Westblaak en op het Schouwburgplein uitgesteld worden. Voor de groenagenda is in de collegeperiode 2022-2026 57 miljoen euro gereserveerd.