Het Rode Kruis overhandigde het rapport over de crisisnoodopvang dinsdagmiddag in de Tweede Kamer. De conclusie is dat de zorg onvoldoende is op deze locaties, met fysieke en mentale ziekten tot gevolg. De organisatie roept op de zorgstandaard te verhogen zolang de crisisnoodopvang er nog is.

Volgens Ceder begint een statushouder in Nederland aan zijn of haar leven in Nederland met een „achterstand die wij creëren”. Hij doelt hier op de mentale problemen die asielzoekers krijgen door de „erbarmelijke omstandigheden” in de opvanglocaties.

Het CU-Kamerlid gaat bij het asieldebat van volgende week twee aanbevelingen uit het rapport naar voren brengen: een handreiking voor langdurige zorg en juiste registratie. Hij gaat ervan uit dat er voor de zomer nog stappen worden gezet. „Als we door de ondergrens zakken vind ik dat we ook een land zijn dat de middelen heeft om als we het echt willen voor een oplossing te zorgen.”

Anne-Marijke Podt (D66) vindt het „een goed punt” dat de crisisnoodopvang moet verdwijnen, maar zegt tegelijkertijd dat die er nog wel even zal moeten zijn. De oproep om de standaarden te verhogen noemt ze daarom „een hele belangrijke”. Op welke termijn dit gerealiseerd kan zijn vindt het Kamerlid „lastig” te zeggen.

Volt-Kamerlid Laurens Dassen zegt „elke keer weer te schrikken” van dit soort rapporten, „maar het is niet alsof we het niet weten”. Hij denkt niet dat er voor de zomer een oplossing is. „Heel eerlijk, er is een rechtse meerderheid, en die houden dit soort zaken in mijn optiek te lang in stand”. Wel hoopt Dassen dat dit rapport „een stuwende factor” is.