Ermelo moet stankhinder van eendenslachterij nader onderzoeken
Ermelo moet nader onderzoek doen naar de geurhinder die eendenslachterij Tomassen Duck-To in de omgeving verspreidt. Het staat volgens de Raad van State vast dat zich een geur verspreidt buiten het bedrijf, maar de vraag is of die lucht wordt veroorzaakt door afvalstoffen van het slachtproces.
Dat is de uitkomst van een procedure die de Stichting DOEH, de belangenorganisatie van omwonenden van de slachterij, aanspande tegen de gemeente, toen die in 2019 weigerde op te treden tegen de stankoverlast. De procedure waarover de Raad van State woensdag een oordeel velde is een van de vele zaken die tegen de eendenslachterij lopen. Omwonenden klagen al jaren over de door hen ervaren overlast van het bedrijf. Volgens hen wordt er illegaal geslacht, wordt er ’s nachts gewerkt terwijl dat niet mag en worden verkeersregels genegeerd. De gemeente heeft ook wel dwangsommen opgelegd, maar daar maakt het bedrijf weer bezwaar tegen.
De Raad van State wil dat de gemeente uitzoekt waar de lucht buiten precies vandaan komt. Ermelo stelt dat het onmogelijk is dat om buiten te ruiken, maar de hoogste bestuursrechter stelt dat er dan in het bedrijf onderzocht moet worden of handelingen met afvalstoffen samenhangen met het waarnemen van (meer, sterkere of andere) geur buiten. Er bestaan bovendien rapporten waarin staat dat het bedrijf bepaalde dingen doet met afvalstoffen die geurhinder kunnen veroorzaken, aldus de Raad van State.
De Stichting DOEH had nog meer bezwaren rondom de stankoverlast, maar die zijn volgens de Raad van State niet aan de orde zolang er geen nader onderzoek is gedaan naar de oorzaak van de waarneembare geur buiten. De raad wijst die bezwaren nu af.