De Tweede Kamer stemde maandag in met een wetje van staatssecretaris Rutte van Onderwijs dat de experimenten regelt. Door de wet zal er voor 3 procent van het totale aantal studenten een selectie plaatshebben. In totaal gaat het om bijna 3500 personen.

De selectie van studenten moet ertoe leiden dat er meer topstudies komen. Het hoger collegegeld is bedoeld om de opleiding te betalen. Het collegegeld voor topopleidingen kan oplopen tot 6000 euro per jaar. Het normale collegegeld bedraagt bijna 1500 euro. Staatssecretaris Rutte van Onderwijs wil studentenselectie en collegegeld op termijn op grote schaal toepassen. Hij hoopt daarmee de kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren.

Vrijwel alle fracties steunen de plannen van Rutte. Alleen de fracties van SP en GroenLinks zijn tegen. Zij vinden dat de experimenten het uitgangspunt dat iedereen in het onderwijs gelijke kansen moet hebben, ondermijnt.

De Tweede Kamer twijfelt of de voorstellen van hogescholen en universiteiten voor topstudies voldoende kwaliteit bieden. De Kamer vindt dat hetgeen nu is gepresenteerd eigenlijk niet meer dan standaardkwaliteit is.

Staatssecretaris Rutte is er ook niet zeker van dat zijn plannen zullen leiden tot een verbetering van het onderwijsniveau. Als de experimenten in zijn ogen mislukken, zal hij het extra hoge collegegeld uit de overheidskas aan studenten teruggeven.

Rutte en de Kamer steunen een voorstel van PvdA-kamerlid Tichelaar om ook studenten op dit punt meer rechten te geven. Als studerenden kunnen bewijzen dat een opleiding met hoger collegegeld geen beter onderwijs biedt, kunnen ze hun geld terugkrijgen.

De oppositie wil experimenteren met collegegeldverlagingen. Staatssecretaris Rutte voelt daar niets voor. Hij denkt dat het studenten verleidt om te kiezen voor een goedkope opleiding.