Vlissingen vecht over verslaafden
Junks bezorgen overlast. Maar op welke manier valt die overlast binnen de perken te houden? Draagt een gebruikersruimte daaraan bij? Een verhuizing wellicht? Vlissingen worstelt met verslaafden in de binnenstad.
Het waait hard in Vlissingen. Forse golven met witte schuimkoppen rollen onophoudelijk aan en slaan kapot tegen de boulevard. Een loodsbootje, soms nauwelijks zichtbaar door het opspattende water, baant zich een weg naar een containerschip. Het standbeeld van Michiel de Ruyter lijkt het niet te deren; de zeeheld tuurt ononderbroken over de Westerschelde.
Honderd meter verderop is het rustiger. In de Coosje Buskenstraat, die uitkomt op de Vlissingse boulevard, heeft de wind tussen de huizen niet langer vrij spel. Toch stormt het ook hier. Sinds jaar en dag is hier het HKPD gevestigd, het Huiskamerproject Drugsverslaafden. In het pand is ruimte voor ontmoeting. Ook kunnen de verslaafden er methadon krijgen. Zo’n tachtig verslaafden bezoeken het pand met zekere regelmaat, tot ergernis van een aantal omwonenden. „We zijn de overlast zat”, stellen zij. „Verslaafden horen niet in een woonwijk.”
Het bestuur van de opvang vindt dat wat kort door de bocht: „We zitten hier bijna dertig jaar. Overlast is voor niemand leuk, maar daarvan is nu eigenlijk geen sprake. De politie treedt keihard op als de verslaafden zich misdragen. En bovendien: deze mensen zijn ziek en hebben hulp nodig.”
Het pand waarin de opvang voor verslaafden is gerealiseerd, oogt wat vervallen. Het is trouwens niet het enige huis in de straat dat zijn beste tijd gehad heeft: hier en daar bladdert de verf letterlijk van de muren. Andere woningen zijn juist goed onderhouden, zoals die van Marcel Verhoeven, pal naast het HKPD. Hij is niet erg blij met zijn buren en richtte in oktober 2003 belangenvereniging de Kom op. Met 258 aangesloten adressen wil voorzitter Verhoeven zich sterk maken voor het „beëindigen van de overlast en het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid in de wijk.”
Die overlast is aanzienlijk, stelt Verhoeven. „Er wordt volop gedeald op straat. Verder is er regelmatig sprake van openlijk drankgebruik en dronkenschap. En wat ook veel overlast geeft, is dat er geürineerd wordt, soms gebraakt en ik heb begrepen dat er zelfs een keer seks heeft plaatsgehad in de portieken en in een plantsoen naast het HKPD.”
Bij de ingang van het opvangcentrum hangt een viertal junks, in een portiek beschutting zoekend tegen de wind. „Ik kom hier al dertig jaar”, zegt een van hen. „Kijk, ik begrijp wel dat sommige omwonenden klagen. Zij willen geen poepende en urinerende junks in hun buurt. Want dat komt inderdaad wel voor. Maar weet je, dat zijn bijna altijd junks die niet meedoen met het project in het HKPD. Die komen hier maar af en toe.”
Volgens het viertal is de politie de laatste tijd veel alerter geworden op allerlei vormen van overlast. „Als je rotzooi schopt, krijg je sancties en kun je je methadon ergens anders gaan halen. De overlast is echt een stuk teruggedrongen.”
Datzelfde beeld schetst ook B. Koopman, voorzitster van het bestuur van het HKPD. „Overlast wordt tegenwoordig keihard aangepakt”, zegt ze beslist. „Daar staan wij achter. Ook zieken en verslaafden moeten zich aan de regeltjes houden, dat is helder. Maar dan kun je natuurlijk nog niet garanderen dat er nooit iets gebeurt. Je kunt een verslaafde cliënt simpelweg niet door de hele stad volgen.”
Intussen wil de gemeente een nieuw en groter verslaafdencentrum beginnen op een andere plaats in de stad, zo maakte ze eerder deze maand bekend. Daarin moet ook een gebruikersruimte komen, de eerste van Zeeland. De locatie aan de Coosje Buskenstraat moet nog open blijven tot mei 2006. Tenminste: als alles op rolletjes loopt.
„Dat weet je natuurlijk nooit”, zegt Koopman. „De gemeenteraad moet in mei een beslissing nemen over de definitieve nieuwe locatie. Zij moeten een weloverwogen beslissing nemen en we moeten respecteren dat daar tijd voor nodig is. Bovendien krijg je daarna nog inspraakrondes. Misschien worden er wel procedures gevoerd tot aan de Raad van State, dat kan zo een jaar of vier duren. Op een gegeven moment heb je dat zelf niet meer in de hand.”
Dat is precies waar Verhoeven van belangenvereniging de Kom bang voor is. „Eerst wordt gevraagd of we onze procedures op willen schorten als het HKPD in mei volgend jaar vertrokken is, en dan kan het opeens weer langer gaan duren. Er wordt geen rekening gehouden met gevoelens van onveiligheid bij de omwonenden. Ik begrijp ook wel dat die mensen ziek zijn en ergens opvang moeten hebben, maar het hoort ten principale niet in een woonwijk thuis.”
„Ik begrijp niet waarom de heer Verhoeven daar is gaan wonen”, reageert Koopman op die klacht. „Hij is hier een jaar of vier geleden gekomen, terwijl het HKPD hier al bijna dertig jaar zit. Iedereen die aan de Coosje Buskenstraat gaat wonen, weet dat hier een opvangcentrum voor verslaafden zit. Verhoeven heeft in de tussentijd zelfs onderliggende appartementen opgekocht. Dat verwondert mij zeer, want om zoiets te doen moet je volgens mij wel erg dol op junks zijn. En zo niet, dan had hij gewoon een huisje aan de boulevard moeten kopen.”
Op die boulevard is het intussen nog steeds winderig en koud. Het paradepaardje van Vlissingen ligt er verlaten bij. Een ouder echtpaar kijkt geboeid naar het spel van wind en water. Het blijft de komende dagen winderig, voorspelt het KNMI. Die voorspelling lijkt ook voor de Coosje Buskenstraat te gelden. Daar zal het in ieder geval nog stormen tot mei volgend jaar.