Om vijf uur uit de veren om te bewegen, te mediteren en te leren
De morgenstond heeft goud in de mond, luidt een bekend spreekwoord. Dat is zeker waar, maar om het te ervaren, moet je wel eerst je bed uit. Een ochtendroutine biedt een helpende hand.
Het is alweer ruim twintig geleden dat Robin Sharma het idee van The 5 AM Club aan het grote publiek bekendmaakte. Het idee van de succesvolle Canadese coach is eenvoudig. Sta iedere dag om vijf uur op en gebruik het moment waarop eventuele echtgenoot en kinderen nog in diepe rust zijn, om je volledig op jezelf te richten.
Sharma deelt dat ‘extra’ uur in volgens een strak tijdschema. De eerste twintig minuten schrijft hij beweging voor. Dat kan een intensieve oefening zijn, maar net zo goed een pittige ochtendwandeling. Daarna is het tijd voor zelfreflectie. Tijd om een dagboek bij te houden, of te mediteren.
De laatste twintig minuten zijn bedoeld om iets nieuws te leren. Je kunt dan een boek lezen, een podcast luisteren of desnoods een taalcursus volgen. Als het maar iets is waarbij je brein flink aan het werk moet.
De achterliggende gedachte van deze ochtendroutine is dat je de dag op deze manier met een voorsprong en met nieuwe energie begint. Dat geldt niet alleen voor het lichaam, maar ook voor hoofd en hart.
Het gedachtegoed van Sharma heeft zich als een olievlek over de wereld verspreid. Met name bij mensen die werken bij techreuzen als Amazon en Google, waar werkweken van tachtig uur geen uitzondering zijn. Niet voor niets wordt Silicon Valley genoemd als de regio waarin The 5 AM Club het populairst is.
Die wetenschap moet voorzichtig maken. Als efficiëntie, zelfontplooiing en een groot inkomen de enige drijfveer zijn om een uur eerder uit bed te komen, is het de vraag of je dat wel moet doen. Vroeg opstaan om meer werk te verzetten is een slecht idee, waarschuwen psychologen. Dan ligt een burn-out op de loer.
Dat wil niet zeggen dat het verkeerd is als je ochtendroutine op de schop gaat. Niet zelden vullen mensen de avond na een drukke werkdag op de bank met een film en vooral veel sociale media. Om vervolgens te laat naar bed te gaan en daardoor de volgende dag met een achterstand te beginnen.
De persoonlijke reacties van mensen die de stap zetten, zijn over het algemeen positief. Al is natuurlijk te verwachten dat afhakers minder snel hun falen op een onlineplatform zullen delen.
Volhouden blijkt het moeilijkst, vooral na een paar weken als het eerste enthousiasme afneemt en vermoeidheid kan opspelen. Het meest succesvol lijken mensen die er een routine op na houden die bij hun persoonlijke omstandigheden past. Minder bewegen en meer lezen bijvoorbeeld, of juist andersom.
Anderen gunnen zich in het weekend een uurtje extra slaap, of slaan de ochtendroutine dan zelfs helemaal over. Dat kan wel betekenen dat het lastiger wordt om op maandag de draad weer op te pakken.
Avondmensen, die juist tot in de kleine uurtjes productief zijn en vervolgens een gat in de dag slapen, zullen niet gauw warm lopen voor Sharma’s methode. Begrijpelijk, maar het is wel goed om te beseffen dat er maar weinig echte avondmensen –en ochtendmensen– zijn.
Vaker denkt iemand een avondmens te zijn doordat er een gewoonte van laat naar bed gaan en laat opstaan is ontstaan, terwijl de avond nu niet bepaald vol zit met nuttige bezigheden. Mensen die standaard rond tienen naar bed gaan, moeten zich normaal gesproken een vroege ochtendroutine eigen kunnen maken.
Wie het wil uitproberen, kan dat het beste direct doen. In deze tijd van het jaar is daglicht de grootste motivator. Midden in de winter de kou en het donker trotseren, vormt een extra hobbel. De maakbaarheidsgedachte die achter The 5 AM Club zit, hoeft ons niet tegen te houden. Het extra uur in een stil huis leent zich bij uitstek voor stille tijd, waarin een open Bijbel, overdenking en gebed centraal staan.