Nieuwe burgemeester Opsterland (CU): Stille middengroep moet een stem hebben
Een rasechte Fries is Andries Bouwman (38, ChristenUnie) uit Leeuwarden niet. Toch kunnen inwoners van de gemeente Opsterland, onder Drachten, hun nieuwe burgemeester straks prima in hun eigen taal aanspreken.
De Friese taal is niet alleen een cultuurdingetje, weet hij. „Mensen beleven hun leven daarin. Als ze iets persoonlijks vertellen, gaat dat bijna automatisch in het Fries. Daar moet je als burgemeester dus wel in meegaan.” Bouwman volgde als wethouder van Tietjerksteradeel cursussen om de taal onder de knie te krijgen. Inmiddels verstaat hij het Fries „uitstekend”. Soms spreekt hij het ook bij informele gelegenheden, maar op raadsvergaderingen kiest hij voor Nederlands. „Dan moet je rap kunnen reageren.”
Bouwman groeide op onder de rook van Utrecht en kwam als student internationale betrekkingen in de provincie terecht. Toch voelt hij zich „absoluut” geen import-Fries. „Ik wilde echt burgemeester worden van een Friese gemeente.” Bouwman, die dinsdagavond werd hij voorgedragen, werkt momenteel als teamleider op een hogeschool. Eerder was hij vier jaar wethouder in Tietjerksteradeel en bij de afgelopen Statenverkiezingen leidde hij de campagne voor de ChristenUnie in Friesland.
De politiek trekt meer dan het onderwijs?
„In 2018 werd ik vrij abrupt wethouder in Tietjerksteradeel. Ervaring in de gemeenteraad had ik niet, binnen besturen van de ChristenUnie wel. In die vier jaar ben ik door het openbaar bestuur gegrepen. Na de verkiezingen maakte de ChristenUnie helaas geen deel meer uit van de coalitie, dus mijn wethouderschap was voorbij. Maar er bleef een honger naar het gemeentebestuur.”
Wat maakt het openbaar bestuur zo boeiend?
„Je bent nadrukkelijk bezig met de vraag hoe je er als gemeente voor kunt zorgen dat inwoners het goed hebben, ook als vangnetten tekortschieten.”
In hoeverre lijkt Opsterland op Tietjerksteradeel, waar u wethouder was?
„Het zijn allebei plattelandsgemeenten in de Friese Wouden, hebben allebei ongeveer 30.000 inwoners en bestaan allebei uit zestien dorpen. De inwoners hebben een groot organisatorisch vermogen; zo zijn er in zowel Opsterland als Tytsjerksteradiel veel verenigingen en is mienskip –gemeenschapszin– belangrijk. Landelijk gebied wordt vanwege de ruimte superbelangrijk voor de toekomst, door problemen als stikstof en het woningtekort.”
Landelijk vallen er op juist die thema’s wellicht besluiten waar de Friezen niet op zitten te wachten. Hoe wilt u daar als burgemeester mee omgaan?
„Ik wil ervoor zorgen dat de stem van alle inwoners wordt gehoord. Mensen moeten weten dat er naar hen geluisterd wordt. Een mens heeft twee oren en één mond, dus vooral die oren moet je goed gebruiken. Ik wil niet alleen present zijn voor de mensen die het hardst roepen, maar ook weten wat de gewone man of vrouw vindt. De grote middengroep tussen tegenpolen heeft niet zo’n uitgesproken mening, vindt misschien wel niks en hoeft al die aandacht niet. Ook zij moeten een stem hebben. De politiek beslist, maar ik kan wel op tafel leggen wat ik in de samenleving heb gehoord en politici vragen daarmee rekening te houden.”
Vindt u het belangrijk dat inwoners straks merken dat een CU’er burgemeester is?
„Nee. Ik ben burgemeester van iedereen. Wel kun je als het goed is mijn waarden herkennen: opkomen voor het belang van zwakkeren en een luisterend oor bieden aan iedereen.”
Hoe ervaart uw gezin de verhuizing uit Leeuwarden?
„Voor mijn drie kinderen (4, 7 en 10 jaar) is dat een pittige stap. Zij weten het pas sinds deze woensdagmorgen. We wilden hen er niet mee belasten zolang we niet wisten of ik het zou worden. Het nieuws moet dus ook voor hen even landen.”