Wet arbeidsongeschiktheid volgens Rekenkamer nu al onuitvoerbaar
De wet die een uitkering regelt voor arbeidsongeschikte mensen, is volgens de Rekenkamer nu al niet meer uitvoerbaar. De achterstanden door het tekort aan verzekeringsartsen zijn veel te groot, en dat levert onzekerheden op voor arbeidsongeschikten. Bovendien wordt het probleem alleen maar groter als zelfstandigen straks ook een arbeidsongeschiktheidsverzekering moeten afsluiten.
Zieke werknemers die na twee jaar nog steeds arbeidsongeschikt zijn, kunnen bij het UWV een arbeidsongeschiktheidsuitkering, op basis van de WIA, aanvragen. Een verzekeringsarts moet checken in welke mate iemand arbeidsongeschikt is, en of die persoon nog deels kan werken. Op basis daarvan wordt de hoogte van de uitkering berekend.
Tienduizenden werknemers wachten inmiddels gemiddeld meer dan vier maanden (18 weken) op die beoordeling, aldus de Rekenkamer. „Daardoor zijn zij niet zeker van hun inkomenssituatie en re-integratiekansen.” De achterstanden lopen op, en weinig mensen laten zich opleiden tot verzekeringsarts. De groep arbeidsongeschikten is al groter omdat meer (oudere) mensen werken, en daar komen straks mogelijk ook nog zelfstandigen bij. De politiek wil namelijk een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering invoeren voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).
Er zijn wel maatregelen genomen om de pijn van het tekort aan verzekeringsartsen te beperken. Zo hoeven 60-plussers die een WIA aanvragen, tijdelijk niet meer door een verzekeringsarts gekeurd te worden. Dat mogen bepaalde arbeidsdeskundigen van het UWV tot eind 2023 zelf doen. Maar veel van deze ingrepen „zijn nog niet volledig ingevoerd”, volgens de Rekenkamer. De effecten ervan zijn bovendien nog onduidelijk.
Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) spreekt een deel van de kritiek van de Rekenkamer tegen. „Het is gelukkig nog steeds uitvoerbaar”, zegt zij. „Maar de wachttijd voor de keuringen is te lang.” Volgens de bewindsvrouw is de stijging van de wachttijden aan het afvlakken. Ze hoopt dat de maatregelen die ze heeft aangekondigd de situatie „langzaam maar zeker” doen verbeteren. Maar de problemen zullen „van vandaag op morgen” niet zomaar zijn opgelost.
Van Gennip wijst ook naar de commissie die zoekt naar oplossingen voor de problemen in de WIA. Deze commissie zal zich niet alleen buigen over de problemen door het tekort aan verzekeringsartsen. Ze moet ook onderzoeken hoe de ‘hardheden’, waardoor de arbeidsongeschiktheidswet in veel gevallen onbedoeld hard uitpakt in de praktijk, kunnen worden verholpen.