Justitie geeft agentschappen elk jaar te weinig geld
De kosten van de vier agentschappen van het ministerie van Justitie en Veiligheid pakken keer op keer hoger uit dan verwacht, gemiddeld 326 miljoen euro per jaar. Dat komt omdat het ministerie te vroeg een inschatting maakt van de kosten, die daardoor onrealistisch is, en in de begroting geen rekening houdt met de kosten die het wel aan ziet komen. En de Tweede Kamer heeft door deze manier van werken weinig invloed op de extra uitgaven, meldt Algemene Rekenkamer in de jaarlijkse doorlichting de overheidsfinanciën.
Bij de agentschappen gaat het om de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst), DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen), het CJIB (Centraal Justitieel Incassobureau) en NFI (Nederlands Forensisch Instituut). Door de manier van begroten hebben zij elk jaar te maken met vertraagde financiering, aldus de Rekenkamer. Dat zorgt bij de IND bijvoorbeeld voor oplopende wachttijden bij asielaanvragen. Bij de DJI leidt deze manier van begroten onder meer tot achterstallig onderhoud van de ICT en de huisvesting.
De Rekenkamer spreekt van structurele onderfinanciering van de agentschappen. Dat komt volgens haar onder meer omdat de budgettaire ruimte van de minister van Justitie en Veiligheid leidend is bij het maken van de begroting en niet de verwachte uitgaven. Minister Dilan Yeşilgöz is het niet eens met de conclusie van de controleur van het Rijk dat bij de agentschappen niet-realistisch wordt begroot.