Rechtbank laat arrestatie Weski onbesproken bij hervatting Marengo
De rechtbank Amsterdam heeft maandag bij de hervatting van het omvangrijke liquidatieproces Marengo, de arrestatie van advocaat Inez Weski nagenoeg onbesproken gelaten. De voorzitter van de rechtbank stipte „recente gebeurtenissen waar iedereen mee bezig was op dat moment” aan, maar liet het daar verder bij en ging over tot de dupliek die op het programma staat.
Weski is op 21 april gearresteerd op verdenking van deelname aan een criminele organisatie die zich bezighoudt met internationale drugshandel en witwassen en het schenden van geheimen. Ze zou informatie van haar inmiddels ex-cliënt Ridouan Taghi vanuit de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught met diens contacten in de buitenwereld hebben gedeeld. Ze zit nog altijd in voorarrest.
In de gerechtsbunker in Amsterdam-Osdorp staat maandag de laatste reactie van de advocaten en het laatste woord van verdachte Mohamed R. op het programma. Tegen hem is een levenslange gevangenisstraf geëist. Aanvankelijk zou dit daags na de arrestatie van Weski plaatsvinden, maar de advocaten van R. vroegen om uitstel, vanwege de schok die de arrestatie had veroorzaakt.
Bij de start van de zitting stond advocaat Christian Flokstra wel uitgebreid stil bij de aanhouding en de mogelijke gevolgen daarvan. „Het was een schok voor velen, zeker voor ons als goede collega’s.” Volgens Flokstra was er met de aanhouding van Weski opnieuw een „zwarte bladzijde” toegevoegd aan het Marengoproces. De advocaat sprak zijn zorg uit over de rol van advocaten in een omvangrijk proces als Marengo, na deze aanhouding. „Het moet wel werkbaar blijven”, zei Flokstra.
De advocaat sprak van „het zoveelste exces” rond de strafzaak. Sinds begin 2018 bekend werd dat Nabil B. zich als kroongetuige had gemeld in het proces, zijn er drie moorden gepleegd. De slachtoffers waren de broer van de kroongetuige, de advocaat van de kroongetuige Derk Wiersum en de vertrouwenspersoon van de kroongetuige, Peter R. de Vries.
Flokstra hekelde eveneens de rol die het Openbaar Ministerie in het proces gespeeld zou hebben. Volgens Flokstra was er na de aanhouding een „nieuwe realiteit” ontstaan waar alle partijen zich tot moesten verhouden. Hij vroeg de rechtbank om een signaal af te geven aan het OM dat ze uit „hun tunnel” moesten komen en niet langer „stoïcijns doorgaan”, refererend aan de woorden van OM-topman Gerrit van der Burg.
Ook Flokstra’s collega Nico Meijering stond kort stil bij de aanhouding van Weski. „Het voelt ongemakkelijk om stoïcijns door te gaan terwijl onze collega vastzit.”