Hof Den Bosch gewraakt in grote Brabantse drugszaak Martien R.
Het hof in de grote Brabantse drugszaak rond hoofdverdachte Martien R. is donderdag gewraakt. Volgens de advocaat van R. Jan-Hein Kuijpers heeft het hof de schijn van vooringenomenheid gewekt door afgelopen najaar al een beslissing te nemen over het verhoor van een getuige, maar deze niet met de verdediging te delen. Daarom willen de advocaten niet door met deze rechters.
Het gaat om de beslissing om via videoverbinding een van de agenten te verhoren, omdat hij niet in Nederland verblijft. De advocaten hoorden dat pas eind vorige maand en zijn het er niet mee eens. „Hierdoor is de sfeer ontstaan dat het niet uitmaakt wat de verdediging vindt”, zei Kuijpers. De advocaten vinden het belangrijk de verbalisant in de rechtszaal te horen.
Hoofdverdachte Martien R. werd in september 2021 door de rechtbank veroordeeld tot zestien jaar cel voor het leiden van een crimineel familienetwerk dat handelde in wapens en drugs. Elf familieleden en twee anderen werden veroordeeld voor onder meer deelname aan de criminele organisatie en handel in verboden zaken.
De meeste familieleden werden in november 2019 opgepakt, toen vierhonderd agenten hun woonwagenkamp in Oss overspoelden. Dat gebeurde nadat de politie al anderhalf jaar met afluisterapparatuur en camera’s had geobserveerd. Dat leverde de basis van het bewijs, maar de gang van zaken zorgt voor veel vragen bij de verdachten en hun advocaten. Vijf van de betrokken agenten zouden donderdag, bij de aanvang van het hoger beroep in de omvangrijke zaak, worden gehoord.
Het hof had vlak voor de wraking besloten dat de agenten een vermomming mogen dragen tijdens het verhoor. Dat hadden zij verzocht. Martien R. zei tegen de rechter dat hij het „te gek voor woorden” vindt dat de agenten vermomd gehoord gaan worden, maar de voorzitter van het hof zei dat we „helaas” tegenwoordig in een tijd leven dat er voorzichtig omgegaan moet worden met identiteitsgegevens. „Het gaat om de inhoud van hun verklaringen, niet om het uiterlijk”, benadrukt ze. Ze ziet daarom geen belemmering als iemand met „een baard, snor of bril” in de rechtbank gaat zitten, „en niet met een feestneus of duikbril op natuurlijk”.
Het is nu aan de wrakingskamer om te oordelen of de zaak verder kan of dat er nieuwe rechters gevonden moeten worden. Het is nog niet bekend wanneer de wrakingskamer samen zal komen, mogelijk gebeurt dat donderdag nog.