Een werkgroep van Statenleden van de provincie, die de problematiek onderzocht, denkt dat de rekenachterstand eenvoudig is in te lopen. De taalachterstand is echter complexer, omdat ouders vaak slecht gebruikmaken van taal. Friese kinderen spreken slecht Fries, maar ook slecht Nederlands, zo concludeert het rapport van de Friese Statenleden dat vrijdag is gepresenteerd.

Volgens voorzitter F. Kuipers van de werkgroep ligt het ambitieniveau van Friese leerlingen, hun ouders en leerkrachten veel te laag. „Er heerst de sfeer van vader is chauffeur, dus de zoon wordt ook chauffeur. Scholen moeten ervan uitgaan dat er meer in kinderen zit dan het beroep van hun ouders doet vermoeden.”

Ook zouden Friese leerlingen wat verder om zich heen moeten kijken. „Kinderen willen de toren van hun dorp blijven zien”, zegt Kuipers. „Ze gaan dan maar naar een school voor voortgezet onderwijs in de buurt met een lager niveau en niet naar een school met een hoger niveau verder van huis.”

De voorzitter van de werkgroep wil binnen tien á vijftien jaar de Friese kinderen op hetzelfde niveau als het landelijke gemiddelde krijgen. „Het plan houdt in dat scholen kennis gaan uitwisselen. Door uitwisseling van die kennis moeten we de doelstellingen kunnen halen”, aldus Kuipers.

Het onderzoek van de werkgroep wordt op 2 februari aan de Friese gedeputeerden voorgelegd. De werkgroep wil dat de provincie Friesland als coördinator gaat optreden om het masterplan succesvol te maken.